Zwolle – In 1979 begon Willemien Reinds (61) aan haar in-service opleiding tot verpleegkundige in voormalig ziekenhuis de Weezenlanden in Zwolle.
Zesendertig jaar later startte Erika Kok (23) met haar duaal opleiding hbo-v. Inmiddels werken beide verpleegkundigen samen op de afdeling Thoraxchirurgie. De opleiding en de rol van de verpleegkundige veranderden de afgelopen jaren. Wat niet veranderde, is de plek waar je het vak echt leert, vinden Erika en Willemien. “Je leert het door het te doen en te ervaren.”
Inmiddels heeft Willemien sinds begin dit jaar ook haar hbo-v diploma op zak. Ze volgde de opleiding in deeltijd naast haar werk op de afdeling. “Ik heb jarenlang getwijfeld of ik wel weer naar school wilde. Eerst wilde ik niet, omdat ik vind dat ik mijn werk al op hbo-niveau doe. Maar ik vind leren leuk. Ik kreeg de kans en ik ben blij dat ik het heb gedaan. Het heeft mij wel veel energie gekost. Ik moest ook op zoek naar een stagebegeleider en dat werd Erika.”
Erika: “Ik heb haar vooral begeleid in het maken van verslagen en ik kon haar meenemen in de theorieën die je moet leren. Ze heeft tonnen aan werkervaring dus daar kon en wilde ik niets over zeggen.”
Willemien: “De reden om verder te leren, was niet de praktijk. Ik dook de boeken weer in voor een fundament onder de verpleegkundig handelingen. En het helpt mij in de begeleiding van stagiairs. Ik begrijp beter wat de opleiding van hen verwacht.”
Erika verloor haar hart aan de zorg toen zij op de middelbare school een bijbaantje had in een huis waar ouderen woonden. “Ik hielp onder andere met koffie schenken en vond het geweldig. Toen wist ik zeker dat ik verpleegkundige wilde worden en in de zorg wilde werken. Ik heb gekozen voor de duaal-opleiding bij VIAA, die bestond toen nog. Eerst ging ik twee jaar naar school. De laatste twee jaar van mijn opleiding combineerde ik met werken in het ziekenhuis.”
De in-service opleiding die Willemien volgde was ook een combinatie van werken en leren in de praktijk. Willemien: “Ik wilde na mijn havo in het ziekenhuis werken. Het maakte mij toen niet uit in wat voor functie. Na mijn sollicitatie kon ik al snel aan de slag als afdelingssecretaresse. Dankzij dit werk zag ik hoe leuk het was om als verpleegkundige te werken. Dat was voor mij de reden om mij in te schrijven voor de in-service opleiding tot algemeen verpleegkundige. De hbo-v bestond toen ook al. Maar in het ziekenhuis was die opleiding in die tijd not done. Het vak leerde je in het ziekenhuis en niet in de schoolbanken, was het idee.”
“Dat is eigenlijk wel waar,” vult Erika aan. “Omdat ik de duale opleiding deed, kon ik leren en werken combineren. Ik moest echt meters maken op mijn werk. Een niet-pluisgevoel bijvoorbeeld leer je niet uit de boeken. Dat leer je op basis van gevoel en ervaring. Of een slechtnieuwsgesprek. Dat voert de arts, maar je staat er wel bij als verpleegkundige. De arts gaat weer weg en jij blijft bij de patiënt. Natuurlijk heb ik het wel op school geoefend in rollenspellen. Maar dat is niet echt. Ik heb heel veel geleerd door naar mijn collega’s te kijken. Hoe kijken zij tijdens een slechtnieuwsgesprek? Leggen zij een hand op iemands schouder? Ook als het ging om praktische handelingen keek ik vooral af bij collega’s. Ik leerde hoe zij dingen deden en kreeg de ruimte om het zelf te proberen.”
“Zo heb ik ook veel geleerd,” zegt Willemien. “Door eigenlijk af te kijken bij collega’s.” Willemien: “Ik keek verpleegkundig leiderschap af van collega’s. Als verpleegkundige moet jij je laten horen en altijd opkomen voor jouw patiënt.”
Erika: “Wij zien onze patiënten een hele dienst lang. Wij kennen de sociale context beter dan de artsen. Wij kunnen daarom soms beter inschatten of iemand een ingreep nog aankan. Ik kan mij echt zorgen maken over een patiënt. Hoe gaat deze meneer of mevrouw uit de behandeling komen? Dat laat ik de artsen en de physician assistents (pa) dan altijd weten. Het komt voor dat het beleid dan verandert. Dat de patiënt bijvoorbeeld alleen wordt gedotterd en geen grote hartoperatie krijgt. Het werken met pa vind ik fijn. Het zijn verpleegkundigen van onze afdeling die door hebben geleerd. Ze begrijpen ons vak en nemen het serieus.”
“Net als dokters voelen wij ons ook verantwoordelijk voor onze patiënten,” vult Willemien aan. “En soms kun je beter iemand een behandeling besparen en dat is wat anders dan een behandeling ontzeggen. Gelukkig is daar steeds meer aandacht voor.”
Tot nu toe starten hbo-v en mbo-v afgestudeerden in dezelfde functie. De nieuwe beroepsprofielen voor verpleegkundigen moesten dat veranderen. Maar op papier waren die plannen gemakkelijker dan in de praktijk. Want kijk je alleen naar het diploma of kijk je ook naar ervaring?
“Op zich is het prima om het anders in te richten,” vindt Willemien. “Maar je zit altijd met een oude garde. Je kunt niet op nul beginnen. Wij werken op een specialistische afdeling. Iedere verpleegkundige die hier komt werken, hbo en mbo, volgt nog een extra leergang. Aan het bed in de zorg voor de patiënt is er dus geen verschil tussen hbo of mbo. Maar je moet een hbo afgestudeerde wel genoeg uitdaging bieden, realiseer ik mij.”
Erika: “Ik heb die uitdaging omdat ik als verpleegkundige plus kwaliteit extra taken oppak die afdeling overstijgend zijn. Niet iedereen vindt die extra taken leuk. Dat hoeft ook niet. Het belangrijkste is dat je de kwaliteiten van al je medewerkers benut.”
Bron: Isala