Zwolle – Om te controleren hoe de dijken de zomer zijn doorgekomen en waar herstelwerkzaamheden nodig zijn, start Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) vrijdag 1 oktober met de zogeheten dijkschouw.
Dit is historisch vakjargon voor het inspecteren van dijken. Ook wordt bij deze jaarlijkse inspectie bekeken of (delen van) dijken goed zijn onderhouden door eigenaren en andere onderhoudsplichtigen. In het werkgebied van WDODelta ligt in totaal meer dan 1000 kilometer dijken en kades.
Dijken krijgen alle weersomstandigheden ‘over zich heen’. Van veel regen en hoogwater tot lange periodes van droogte of vorst. Om de dijken in goede conditie te houden, controleert het waterschap ieder jaar zowel in het voor- als najaar de dijken op beschadigingen. In het voorjaar wordt bekeken hoe de dijken de winterperiode hebben doorstaan, in het najaar hoe ze de winterperiode ingaan. Op die manier kan het op tijd schades herstellen.
De natte zomer van dit jaar was meer dan welkom na drie droge zomers. Door de droge zomers zijn er op meerdere plekken kale plekken ontstaan in de begroeiing van de dijken waar planten als Duizendblad, Smalle Weegbree en Ooievaarsbek opkwamen. De verwachting is dat door de relatief natte zomer de kale plekken beginnen te herstellen en de natuurlijke grasbegroeiing langzaam terugkomt. Daar wordt deze inspectieronde extra naar gekeken.
Alle onderhoudsplichtigen en eigenaren van dijken, moeten aan een aantal eisen voldoen. Zijn de aanwezige begroeiingen, de grasmat en de oeverbegroeiingen bijvoorbeeld goed onderhouden? Daarnaast mogen op de dijken geen distels, ridderzuring en andere ongewenste kruiden groeien en wordt gecontroleerd of zand, hout, afval en overige voorwerpen zijn verwijderd. Het verwijderen van wortels van opkomende begroeiing van bomen en struiken hoort hier ook bij. Daarnaast is het voor de sterkte van de dijken belangrijk dat wild, mollen en andere dieren die schade kunnen aanbrengen, worden bestreden. Voor het overgrote deel voert het waterschap deze werkzaamheden zelf uit, omdat het eigenaar is van de meeste dijken in het werkgebied.
Naast de halfjaarlijkse dijkencontrole toetst het waterschap elke 12 jaar de kwaliteit van de dijken grondig volgens de regels van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit gebeurt met diverse berekeningen en computermodellen. Steeds worden nieuwe methoden in deze toetsing verwerkt, waardoor het waterschap de dijken volgens de nieuwste inzichten beoordeelt. Zo weten de dijkinspecteurs waar verbeteringen nodig zijn en welke prioriteit ze moeten krijgen. Door de voortdurende wisselwerking tussen fysiek inspecteren, digitaal toetsen en verbeteren blijven de dijken op orde.
Ik als – Dijkman – mag toch wel zeggen dat we heel trots op deze mensen mogen zijn.