Zwolle – Het leven van boer Aart Blaauw (28) gaat niet over rozen. In Nederland heeft hij samen met een compagnon honderdvijftig koeien. Ook hebben ze koeien in het buitenland. Het liefst zou hij alleen maar op zijn boerderij in Doornspijk aan het werk zijn. Maar het is lastig voor boeren om de kop boven water te houden. Om te overleven werkt hij ook bij een bouwbedrijf.
De stikstofplannen van het kabinet waren opnieuw een dreun die hij te verwerken kreeg. Hij besluit dan ook om op 4 juli gebruik te maken van zijn democratisch recht om te gaan demonstreren bij het distributiecentrum van Albert Heijn in Zwolle. Als zijn werktijd er die dag opzit bij het bouwbedrijf stapt hij in de auto. Hij rijdt naar Doornspijk om zijn kalveren op tijd te voeren. Samen met een jongere en een oudere broer gaat Aart naar Zwolle. Het is er druk.
De Gerenweg is nabij de Oldeneelallee afgesloten en hij parkeert zijn auto in de berm tussen de rijbaan en het fietspad, voor het gebouw van SWZ. Op de Gerenweg liggen strobalen en er staan honderden tractoren geparkeerd. Ook ziet hij tussen de landbouwvoertuigen vrachtwagens met opleggers staan. Het is hem wel duidelijk. Er komt niets meer in of uit het distributiecentrum.
Voor de gebroeders Blaauw valt het niet mee om tussen alle voertuigen en de grote menigte boeren en sympathisanten door te komen. Uiteindelijk komt hij aan op de Pascalweg, bij de toegangspoort van het distributiecentrum. Hij vermaakt zich er prima met andere boeren. Hij leest daar een brief van de burgemeesters van Zwolle, Deventer en Raalte. Zij doen een dringend beroep op de boeren om de blokkade op te heffen. De burgervaders erkennen het demonstratierecht en schrijven dat er aan blokkeeracties een houdbaarheidsdatum zit. Een ultimatum wordt voorlopig niet afgedwongen.
Aart weet dat de boeren niet weggaan en ze van plan zijn om de nacht voor de poort van de grootgrutter door te brengen. Hij ziet boeren met matrassen lopen. Rond half elf merkt hij dat er iets aan de hand is. Bijna tweehonderd meter verderop, bij de kruising met de Gerenweg, komen mensen in beweging. Kort daarop hoort hij dat de mobiele eenheid er is en een noodverordening door de burgemeester is uitgevaardigd. De boeren zijn niet van plan de confrontatie met de mobiele eenheid aan te gaan. Ze weten dat ze nog een kwartiertje hebben voor de ontruiming gaat beginnen. Een haast onmogelijke opgave om honderden tractoren die schots en scheef geparkeerd staan op tijd weg te krijgen. Net als veel andere boeren gaat Aart met zijn broers naar huis. De broers moeten zo’n zeshonderdvijftig meter lopen naar hun auto. Ze proberen tussen de vluchtende tractoren, vrachtwagens en andere demonstranten door te komen.
Bij de kruising met de Pascalweg zien ze dat niet iedereen vertrekt. Een grote groep sympathisanten verzamelt zich en gaat recht voor de linie van de ME staan. Ze schreeuwen, maken provocerende armgebaren en wachten de laatste waarschuwing van de ME niet af. Zij gooien bierflessen naar de mobiele eenheid en een charge door de ME’ers is het gevolg. Aart is dan halverwege de Gerenweg en komt uiteindelijk bij zijn auto aan. Hij ziet onmiddellijk dat hij niet weg kan rijden. Hij kan geen kant op, aan de ene kant van zijn auto staat een file van tractoren, aan de andere kant een grote vrachtwagen met oplegger.
De broers besluiten om te wachten tot het rustiger wordt. Ze staan met elkaar te praten als er een blauwe politiebus aan komt rijden. Het is overduidelijk dat het met zwaailicht rijdende busje er langs moet. De drie broers stappen achteruit om ruimte te maken. Dan krijgt Aart de schrik van zijn leven. Het busje stopt, een zijdeur gaat open en voor de nuchtere boer met zijn ogen kan knipperen hebben een paar gemaskerde, gespierde agenten hem al in het busje getrokken. Het busje rijdt weg en de broers van Aart blijven verbouwereerd achter.
Aart heeft op hardhandige manier kennisgemaakt met de aanhoudingseenheid van de politie. Ook wel bekend als Romeo’s, een politieterm voor de AE. Het is geen arrestatieteam maar ze doen er weinig voor onder. Het busje rijdt door naar de Nipkowstraat. Daar wordt Aart met zijn handen op de rug geboeid uit de bus gehaald. Hij moet op de grond gaan zitten en wordt bewaakt door een Romeo. Ook andere arrestanten worden uitgeladen. “Die mannen zijn best gewelddadig en hardhandig,” zegt Aart. Hij is desondanks niet gewond geraakt en heeft geen pijn gehad.
De Romeo’s dragen hun arrestanten over aan agenten met een arrestantenvoertuig. Die brengen hem naar het politiebureau waar hij de nacht in een cel moet doorbrengen. Zijn kalveren de volgende ochtend voeren is zijn grootste zorg, maar de agenten op het Zwolse politiebureau houden daar rekening mee. Het op tijd voeren van het vee wordt die ochtend keurig geregeld. Tijdens de verhoren ontdekt Aart dat hij is opgepakt omdat hij iets naar het politiebusje van de aanhoudingseenheid zou hebben gegooid. Aart heeft niets gegooid, ook heeft de politie geen beelden van een gooiende Aart. De dag verstrijkt en om tien voor zes ’s avonds mag hij, met een dagvaarding op zak, naar huis. Nog op tijd om de kalveren te voorzien van het avondmaal.
Vrijdag moest Aart zich verantwoorden bij de politierechter in Zwolle. Hij verschijnt daar zonder advocaat. De rechter vraagt of hij geen advocaat heeft. “Nee, als ik niets verkeerd heb gedaan dan heb ik toch geen advocaat nodig.” Dan volgt het verhoor door de politierechter en de officier van justitie. Op rustige toon geeft de boer de magistraten antwoord. De rechter duikt in zijn computer en concludeert dat Aart geen strafblad heeft.
Daarna komt het moment dat de officier van justitie vertelt wat hij van de zaak vindt en welke straf Aart moet krijgen. “De verdachte is gedagvaard voor het plegen van openlijk geweld in vereniging. Er zijn geen beelden van. Zelfs als het er wel zou zijn is het geen openlijk geweld in groepsverband,” zegt de officier. “Als hij iets zou hebben gegooid, op dat tijdstip op die plek, dan is het een individuele actie.” Hij vraagt de rechter dan ook om Aart voor dit misdrijf vrij te spreken. Aart bevond zich wel in verboden gebied die avond en dat is een overtreding. “In principe zou hij een boete van 410 euro moeten krijgen,” zegt de officier. “Tenzij er een hele goede reden is om er toch te zijn. Dat was in dit geval zo. Hij kon niet weg met zijn auto en stapte opzij voor een passerende politiebus.” De officier vraagt de rechter om voor de overtreding geen boete op te leggen. De rechter is het eens met het OM en Aart heeft bereikt waar hij voor kwam. Eerherstel en duidelijk maken dat het niet een boer is die daar rellen heeft geschopt.
Wat Aart nog steeds niet weet is wat de agenten denken te hebben gezien. De goudeerlijke en rustige boer kan het niet verklaren. “Misschien hebben ze mij gepakt omdat ik een trui van Farmers Defence Force droeg, Dat stond op mijn borst en rug,” zegt Aart. “Mijn beide broers deden hetzelfde als ik. Die droegen geen FDF-trui.” Hij vindt het jammer dat het allemaal zo is gelopen. Op de vraag of we hem weer zien bij een volgende boerendemonstratie antwoordt hij strijdvaardig. “Ja, dat is honderd procent zeker!”
De sympathisanten, van wie er veel ook betrokken waren bij de avondklokrellen en demonstraties tegen de coronaregels, komen naar de boerenprotesten om de boeren te steunen. Het zijn voornamelijk deze mensen die uit zijn op confrontaties met de politie. Ze kapen de boerendemonstraties. Door hun gewelddadige acties, soms met anarchistische motieven, bereiken ze het tegenovergestelde. Ze zetten de boeren in een kwaad daglicht. Ook de officier van justitie onderstreepte dit in zijn requisitoir. De magistraat voegde eraan toe dat demonstreren zodra je het niet eens bent overheidsbeleid een belangrijk goed is in onze rechtstaat. Ook een blokkade hoort bij een demonstratie. Aart denkt er net zo over. Hij hoopt dat een volgende boerendemonstratie niet meer nodig is. “Als het wel nodig is hoop ik dat ze de echte relschoppers pakken, niet een dom boertje zoals ik,” grapt hij.