Menigeen die zijn of haar auto parkeert in de Parkeergarage Centrum van Q-park, en daaruit weer naar buiten loopt, weet vast de naam niet van het straatje waarin hij dan wel zij terechtkomt. Het wordt bezongen in het bij Zwollenaren bekende lied: ‘Oh ’t is zo reuzefijn om ’n Zwollenaar te zijn’.
Het eerste couplet daarvan luidt:
Toen ik iens op ’n dag
’t Zwolse lèvenslicht zag
Stond mi’j wieg in de Drietrommeltiesstège
En mi’j vader zei: íer, ’t jonk ef now al plezier
En mi’j moeder vroeg: óevulle wège?
Over die ‘stège’ wil ik het even hebben. De Drietrommeltjessteeg dankt zijn naam aan een huis ‘Drie Trommeltjes’ dat er ooit gestaan heeft. Van de originele steeg is trouwens niets anders overgebleven dan de naam. Afgebroken in een tijd dat B en W van Zwolle heel veel, en vaak te veel, in de oude binnenstad heeft gesloopt.
In die Drietrommetjessteeg woonde ooit de familie Van Veen, die een paar generaties lang, zeg maar tussen de jaren 1700 en 1820, kleipijpen maakte. Kleipijpen zijn in Nederland vooral bekend onder de naam Goudse Pijpen, maar Zwolle sprak bij de productie ervan ook een behoorlijk woordje mee.
Voor mij, ooit een verstokte pijproker, een interessant gegeven. Want naast een collectie ‘gewone pijpen’ zij het in verschillende grootte, had ik ook een heus pijpenrek met drie van die kleipijpen. Helaas waren ze in een gezin met kinderen geen lang leven beschoren en heb ik nog een poosje tegen een leeg pijpenrek aangekeken. Ik kreeg ze trouwens van ’tante Mienstra’, een weduwe die twee huizen bij ons vandaan in de straat woonde. Zij hoorde een beetje bij ons ouderlijk gezin.
Om het koffievak te leren mocht ik een poosje meedraaien bij een koffie-importeur.
Ze wilden mij het roken niet verbieden, maar met regelmaat was het pakje tabak voor mij onvindbaar. De keer dat ik er het langst naar gezocht heb, was toen de collega’s het hadden vastgeplakt aan het plafond, recht boven mijn bureaustoel.
Daarna legden ze me uit dat de pijpenrook lang bleef hangen en dat het bij het proeven van de verschillende koffies een nadelige invloed had. Ik heb toen beloofd dat ik mijn leven zou beteren.
Niet dat ik het reuzefijn vond.