Als scholier heeft het me wel wat geleken. Om les te krijgen op de Buitenschool aan de Herfterlaan 39, in ons buurtschap Herfte. Volgens de verhalen kreeg je zoveel mogelijk les in de buitenlucht. En wie wilde dat nou niet in een tijd dat de kachels in de ‘gewone’ schoollokalen nog op steenkool werden gestookt.
Dat les krijgen in de buitenlucht bleek in die tijd te bestaan uit het wegschuiven van de glazen puien van de klaslokalen, zodat er veel van de buitenlucht genoten kon worden. Als het echt kon werd ook wel buiten onderwijs gegeven in zogenoemde leskuilen.
Wat er niet bij verteld werd was, wilde je er les krijgen, dat je aan tuberculose moest lijden. Pas toen in 1982 hun 75-jarig bestaan werd gevierd heb ik daar wat over gelezen, maar waren mijn schoolwensen al vervaagd naar iets van vroeger. De term buitenschool verdween en men sprak over De Ambelt.
Zwolle kan trots zijn op wat op die buitenschool tot stand is gebracht. De stad omarmde de wens van een paar Zwolse medici en een groep ‘gegoede burgers’. Die vonden dat kinderen die door tbc zowel lichamelijk als geestelijk een achterstand hadden opgelopen, een goede kans voor later moesten krijgen.
In de loop der tijd, tbc verdween, veranderde het leerlingenbestand. De school is uitgegroeid tot een grote instelling waar les gegeven wordt aan kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Om alles te kunnen huisvesten werden ook panden in de nabije omgeving gekocht.
Bij het inlezen voor dit verhaal ontdekte ik dat een bijzonder pand, waarvan ik niet wist dat het tot De Ambelt behoorde, al in 1975 voor de nu luttele som van 130.000 gulden is aangekocht. Dit huis noemt men het Kastjeshuis, ontleend aan de veertig ingebouwde kastjes. In de omgeving werd het huis ook wel het spookhuis of Pippi Langkoushuis genoemd.
Natuurlijk is niet altijd alles goed gegaan op de Ambelt. Dat bleek wel uit de berichtgeving in de media in 2022. Daar weet ik te weinig van om een mening over te kunnen hebben. Wel weet ik dat werkers in die sector zich nog steeds kunnen vinden in de slogan die hun collega’s in 1977 bedachten: “Wat wij motte doen is: samen een stekkie maken voor een kind.”
Of het voor onderwijsmensen nu een zin in goed Nederlands is? Da’s een ander verhaal.