Het Openluchtbad zal, door de mooie nazomer, misschien nog wel genoeg bezoekers gehad hebben. Ik hoorde dat er zelfs een ledenstop is afgekondigd. Ik hoorde bij de groep ‘bezetters dan wel krakers’ van het bad toen dat, in het begin van de jaren negentig, met sluiting werd bedreigd.
Er was natuurlijk een groot deel eigenbelang bij het handhaven van het bad. Ik kwam er mijn hele leven al mede doordat Ik er dichtbij woonde. Voor ons moeder, en later toen we zelf kinderen kregen, was het zwembad gevoelsmatig onmisbaar.
De kinderen waren een poosje veilig onder toezicht aan het spelen met een heleboel water, en thuis was er even rust. Bij heel mooi weer werd een mand met gesmeerde boterhammen en een paar appels bezorgd, zodat die rust thuis wat langer kon duren.
’s Morgens vroeg werden er ‘baantjes getrokken’ door een vaste groep zwemmers, en een poosje zwemles gegeven. Die zwemles werd tussen de middag herhaald. Mijn tweelingzus en ik kregen in het vroege voorjaar van, ik schat 1955, daar zwemles. Het was bar koud, dus ons moeder hield ons thuis.
Wel was mijn tweelingzus zo ver gevorderd dat ze, als ze van de duikplank sprong, met de paar aangeleerde zwemslagen daarna de kant kon bereiken. Nadat zij dat ook eens deed vanaf de vijf-meter-plank en door de wind bijna, niet in het water maar op de kant werd geblazen, was het helemaal gebeurd met de lessen.
Gelukkig is alles goed gekomen, en werden we volleerde zwemmers en duikplankgebruikers. De eerder genoemde vijf-meter-plank kon trouwens regelmatig niet gebruikt worden. Daar bovenop lag Japie Westerhof vaak te zonnen. Jaap had als kind op de tramremise in de Celebesstraat onder de tram gezeten en was al heel jong beide benen kwijtgeraakt. Zolang ik mij kan herinneren liep Jaap met kunstbenen en de hulp van twee stokken.
Zijn kunstbenen liet hij in het zwembad in ‘de grote kleedkamer’ staan, en bewoog zich razendsnel, enkel met zijn handen door het zwembad, daardoor had hij een indrukwekkende ribbenkast en deed met alles mee. Zijn privé-in-de-zon-lig-plek werd hem door niemand misgund. Men liet hem.
Waarom? ’t Was, zo schat ik in, voor alle kinderen in het bad, een voorbeeld van doorzettingsvermogen. Daarom!