Hoofdverdachte drugslab Den Nul is dakloze uit Deventer en 20 jaar bevriend met paardenboer Jan G.

|   Laatste wijziging

Ter illustratie
Foto: Peter Denekamp

Wie had verwacht dat er na de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen Jan G. (71) en Joseph E. (47) meer duidelijkheid zou komen over het drugslab in Den Nul kwam donderdag bedrogen uit. De zaak krijgt steeds meer trekjes van de Amerikaanse hitserie Breaking Bad.

In de rechtszaal werd duidelijk dat voormalig paardenfokker Jan G. en Joseph E. elkaar al twintig jaar kennen en door de jaren heen goed bevriend raakten. Joseph E., die door justitie gezien wordt als een van de meesterbreinen achter de drugsoperatie, is een dakloze uit Deventer. 

Cliffhanger
Beide mannen deden uitgebreid hun verhaal in de Zwolse rechtbank en die verhalen stonden haaks op elkaar. Ook kwamen de drugskartels en de betrokkenheid van een politiecommissaris uit Curaçao aan de orde, evenals de desinteresse bij justitie om verder onderzoek te doen naar andere verdachten. De ruim vier uur durende zitting eindigde net als een aflevering van Breaking Bad in een cliffhanger. De slotepisode is nu aan de drie rechters. Zij nemen twee weken de tijd om tot een uitspraak te komen.

“Ik moest Jan helpen omdat ik hem geld schuldig was,” vertelt Joseph E. De paardenfokker wilde een wietkwekerij beginnen en zijn knecht Joseph had connecties in het Arnhemse drugsmilieu. Joseph bracht zijn baas in contact met de Arnhemmers.

Uiteindelijk werd ervan afgezien om hennep te gaan telen en viel het besluit om BMK, een grondstof voor amfetamine en XTC, te gaan produceren. Jan G. zou zijn knecht de opdracht hebben gegeven om de Arnhemmers te helpen op het erf. “Als er iets nodig was zoals water, dan legde ik dat aan,” verklaart Joseph. “Ik wist dat omdat ik al zolang bij Jan woonde en er gewerkt heb.”

“Er stond volgens de politie ook een paardentrailer en het leek alsof daar geslapen was,” zegt een rechter. “Sliep u daar?” Een echt antwoord komt er niet van de dakloze man uit Deventer. Hij vertelt wel over zijn verdiensten: “Jan gaf me soms 200 euro of 500 euro, ik verdiende er verder niets mee omdat ik Jan geld schuldig was.” 

Professor
Joseph weet veel over het reilen en zeilen rondom het drugslab. Zonder aarzelen noemt hij de namen van andere mensen die erbij betrokken zouden zijn: “Stilo, Marvin en zijn neefje Marlin.” De mannen zouden afkomstig zijn uit Arnhem en Rotterdam. Marlin, een gespierde vent die ooit militair was, zou de kok zijn geweest. Hij zou zich ‘de professor’ noemen. Daarnaast zou ook de schoonvader van Marvin en een ex-politiecommissaris uit Curaçao betrokken zijn geweest bij de Sallandse drugsfabriek.

De containers achter op het erf van Jan G. zouden ook bewust zo zijn opgesteld dat niemand ze vanaf de weg kon zien. Zelfs boven op de containers zou gras zijn gezaaid om te voorkomen dat de politie ze vanuit de lucht ontdekte.

Jan G. ergert zich groen en geel aan het relaas van zijn goede vriend. “Er klopt helemaal niets van het verhaal van Joseph. Ik heb nooit contact gehad met anderen.” Hij zegt dat hij altijd een zwak voor Joseph heeft gehad en hem wilde helpen. De afgelopen decennia bood hij Joseph soms onderdak en liet hem klusjes doen tegen betaling.

Wietolie
“Door de jaren heen zijn we ook goede vrienden geworden,” verklaart G. Het doet hem pijn dat het nu allemaal zo is gelopen. Jan G. vindt dat hij bij nader inzien naïef is geweest. Hij wist altijd wel dat zijn vriend contacten had in de wereld van hasj en wiet.

“Hij huurde een container van mij en in de zomer van 2022 was hij bezig met een keteltje en een gasbrander,” zegt Jan G. De oude paardenfokker vroeg zijn knecht wat hij aan het doen was. Joseph antwoordde dat het wietolie was. “Ik wilde het niet hebben,” zegt Jan G. tegen de rechters. “Ik had geen zin in trammelant, maar Joseph zei me dat het legaal was.” Tot aan de ontmanteling van het drugslab, later dat jaar in augustus, heeft G. nooit iets verdachts gezien of geroken op zijn erf. 

De oud-paardenfokker erkent wel dat Joseph er vaak was. “Ik had het gevoel dat hij vaak sliep in de paardenvrachtwagen op het erf.” De rechter wil van hem weten hoe het kan dat er al een jaar voor de ontmanteling honderden blauwe jerrycans op het erf van G. lagen.

“Ik had een horecabedrijf in Wijhe en wilde met de jerrycans een drijvende steiger maken,” zegt G. Hij ontkent dat het iets te maken heeft gehad met de voorbereiding van de grootschalige productie van synthetische drugs. G. vindt dat hij erin is geluisd door Joseph. “Hij probeert zich nu vrij te pleiten,” zegt Jan G. “Hij heeft misbruik gemaakt van mijn goedheid.”

Chemicaliën 
Het openbaar ministerie krijgt het woord. Zij doen uit de doeken dat er een anonieme tip binnenkwam bij de politie en dezelfde dag een inval volgde. Een enorme politiemacht stond voor de deur van Jan G., die opendeed toen de politie aanbelde. Hij schrok volgens de officier en vertelde direct dat er geen drugslab was maar dat zijn klusjesman wietolie bereidde.

Specialisten van de politie die onderzoek deden op het erf beschrijven het als grootschalige productie van BMK en amfetamine. Het gaat volgens hen om een zeer groot drugslab. In alle ruimten van het lab wordt 38 keer het DNA van Joseph E. gevonden. Het zit onder meer op gelaatsmaskers, handschoenen, een lepel, hengels en in handschoenen. Ook ontdekt de politie een grote voorraad chemicaliën op het terrein, voldoende om een nieuw productieproces mee te starten.

Op de in beslag genomen telefoon van Joseph worden berichten gevonden. Zo appt Joseph onder meer met de professor over gas, de temperatuur en de zuurgraad. “Dat gaat gewoon over het productieproces,” concludeert de officier.

Drugsafval
Een andere officier neemt het woord over. Zij veegt het argument van Jan G. terzijde over de wietolie. Volgens haar is het algemeen bekend en anders simpel te achterhalen dat wietolie illegaal is. Omdat Jan G. opdrachten gaf aan anderen om stroom aan te leggen achter op zijn erf en behulpzaam is geweest bij onder meer het dumpen van drugsafval, beschouwt ze hem als medepleger en niet als medeplichtige. Bij medeplegen is er in tegenstelling tot medeplichtigheid sprake van een bewuste en nauwe samenwerking.

Haar collega vervolgt met de ontnemingsvordering. Deskundigen hebben een berekening gemaakt van de opbrengst van het drugslab. Omdat het OM denkt dat er naast Joseph E. ook andere lieden geprofiteerd hebben van de opbrengst, wil ze dat E. zijn aandeel terugbetaalt aan de staat. De advocaat van Joseph E., Alwin Maarsingh, valt haar in de rede: “Hoezo terugbetalen? Was het dan van de staat?” De raadsman biedt later zijn excuus aan voor de interruptie. 

Hoofdverdachte
“In deze branche kom je niet zomaar. Het is heel wat anders dan plantjes water geven en een stuk lucratiever dan wietkwekerij,” stelt de officier. “Dit heeft een grote aanzuigende werking op drugskartels en er is meer dan 4.300 kilogram amfetamine geproduceerd.” Het openbaar ministerie ziet Joseph E. als hoofdverdachte. “Hij is een belangrijke uitvoerder en weet veel te veel voor een loopjongen of een katvanger.”

Joseph E. hoort een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 jaar tegen zich eisen. Het OM wil dat Jan G. een werkstraf van 240 uur krijgt met een voorwaardelijke gevangenisstraf van een half jaar. Als het aan justitie ligt moet Joseph E. meer dan een kwart miljoen euro aan criminele winst afdragen aan de staat en Jan G. 2.400 euro. 

“Het politiedossier is verre van af,” concludeert advocaat Maarsingh. Het was de advocaat uit Deventer die het via een bevel van de rechtbank gedaan kreeg dat het OM in actie kwam om andere verdachten op te sporen en te verhoren. Veel enthousiasme lijkt er niet zijn geweest bij politie en justitie. De andere verdachten werd verzocht om zich bij de politie te melden voor verhoor. Een aantal gaf er gehoor aan en beriep zich op het zwijgrecht en anderen kwamen niet opdagen.

Capaciteitsgebrek
Voor Maarsingh was de kous er niet mee af. Hij zorgde ervoor dat de heren zich moesten melden bij de rechter-commissaris voor verhoor. “Er zijn voldoende redenen om ze te beschouwen als verdachten,” zegt de advocaat. “Het openbaar ministerie deed niets toen ze niet kwamen opdagen en was afwezig tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris.”

“Het OM is gestopt met verder onderzoek vanwege capaciteitsgebrek,” stelt Maarsingh. “Maar er was wel geld voor een fly-over met een drone, wat niets heeft toegevoegd aan het dossier. Ze laten het bij deze twee verdachten en zetten er twee officieren voor in!” De raadsman is ervan overtuigd dat zijn cliënt slechts de materiaalman is geweest voor het drugslab. “G. minimaliseert zijn rol, de verhouding tussen de twee was baas – knecht.”

“De grote vissen worden ongemoeid gelaten omwille van capaciteitsproblemen,” vervolgt de raadsman. Hij vraagt de rechtbank de gevangenisstraf voor Joseph E. te beperken tot 2 jaar en de ontnemingsvordering te matigen tot 13.000 euro.

Geboortegrond
Advocaat Scholte is het niet eens met Maarsingh. Hij stelt dat het andersom is en Jan G. het slachtoffer is. “Jospeh E. en zijn handlangers hebben meer dan een miljoen euro verdiend over de rug van mijn cliënt en hebben zijn geboortegrond vervuild.” Hij wil dan ook dat de rechtbank Jan G. vrijspreekt. “Hij had geen enkel financieel motief om zich in te laten met een drugslab,” legt Scholte de rechters uit. Jan G. is volgens hem geen boer die in geldnood zit en zich inlaat met drugscriminelen om het hoofd boven water te houden.

“Hij heeft zelf geld, zijn vrouw heeft nog een betaalde baan en hij verhuurde een vakantiewoning op zijn erf,” zegt de raadsman. “Het geld stroomde van alle kanten binnen.” De verhuur van de vakantiewoning zegt volgens Scholte ook genoeg. “Iemand die weet dat er een operationeel drugslab op zijn terrein zit neemt toch niet het risico op ontdekking door een huisje zo dichtbij te verhuren aan toeristen?”

Bodemsanering
De advocaat vertelt de rechters hoe groot de impact is op Jan G. en zijn familie. De oude paardenfokker vierde zijn 70e verjaardag in het gevang en de familie verkeert nog steeds in grote onzekerheid. Als Jan G. de bodemsanering moet betalen raakt hij alles kwijt. De gemeente Olst-Wijhe schat dat de sanering minstens 700.000 euro gaat kosten.

Het OM had beslag gelegd op de grond en gebouwen van Jan G. Dat moest van de rechtbank worden opgeheven. “Het heeft weinig uitgemaakt omdat enkele weken later de gemeente beslag heeft gelegd,” vertelt Scholte. 

Het laatste woord is aan Jan G: “Het is verschrikkelijk wat Joseph ons heeft aangedaan. Ik had geen idee dat hij met harddrugs bezig was en ben nu bang dat ik alles ga kwijtraken.”

De rechtbank doet uitspraak op donderdag 26 oktober. Voor de uitspraak over de ontnemingsvorderingen hebben de rechters zes weken nodig vanwege de complexiteit van de zaak.

Foto 1
Ter illustratie - Foto: Peter Denekamp
Ter illustratie
Foto: Peter Denekamp

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)