Justitie moet van rechtbank meer verdachten drugslab Den Nul opsporen

Ter illustratie
Foto: Peter Denekamp

Het Openbaar Ministerie had donderdag de messen geslepen om te beginnen aan de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen Jospeh E. (47) en Jan G. (70). Daar haalde advocaat Alwin Maarsingh een flinke streep door. De twee mannen zijn de verdachten achter het vorig jaar opgerolde drugslab in Den Nul.

De advocaat uit Deventer had weinig goede woorden over voor het politieonderzoek en onthulde nieuwe feiten in de rechtbank van Zwolle. De zaak krijgt hierdoor steeds meer trekjes van de Amerikaanse successerie Breaking Bad. De politie moet de komende maanden in opdracht van de rechter op zoek naar ‘de professor’ en moet mogelijk een rondje rijden door Arnhem met hoofdverdachte Joseph E. op de achterbank, op zoek naar de woning van een gespierde ex-militair.

Zeecontainers als amfetaminelab
Eind augustus vorig jaar rolde de politie in de gemeente Olst-Wijhe het drugslab op. Op het terrein van Jan G. aan de Rijksstraatweg in Den Nul stonden meerdere zeecontainers, die werden gebruikt als amfetaminelab. Joseph E. vluchtte direct naar het buitenland, maar werd later opgepakt in België en uitgeleverd aan Nederland. Ook de voormalig paardenfokker uit Den Nul ging achter de tralies, maar werd later op vrije voeten gesteld.

Maarsingh onthulde in de rechtbank dat de tip over het Sallandse drugslab binnen is gekomen via de politie in Limburg. De tip bevatte zoveel details dat het volgens de strafpleiter eigenlijk alleen maar kan gaan om een tip van de drugsbende zelf. Iets dat wel vaker gebeurt als het drugscriminelen te heet onder de voeten wordt. Bijvoorbeeld als er onderling trammelant is of als ze weten dat het lab spoedig zal worden ontdekt, aldus Maarsingh.

Tien verdachten in strafdossier
Hij hintte op het laatste, een maand voor de ontdekking van het drugslab werd bekend dat er over het terrein van Jan G. een tijdelijke weg moest komen vanwege de geplande dijkverzwaring. Dat zou er waarschijnlijk voor zorgen dat voorbijgangers de drugsoperatie zouden ontdekken.

De advocaat begrijpt er weinig van dat Joseph E. als enige moet opdraaien voor de drugsfabriek. Hij wijst de rechters erop dat in het strafdossier tien verdachten staan. Alleen zijn cliënt en de grondeigenaar Jan G. staan nu voor het hekje. Naast hen heeft de politie acht anderen in beeld, van wie zes zelfs met naam en toenaam bekend zijn omdat hun DNA is aangetroffen in de zeecontainers. De voorzitter van de meervoudige kamer voegt eraan toe dat er ook twee uitgebreide verklaringen zijn waaruit zou blijken dat anderen verantwoordelijk waren voor de productie.

De professor
Volgens Maarsingh is Joseph E. slechts een onderknuppel die er wel is geweest om spullen en andere mannen naar het drugslab te brengen. De voorzitter wil van Joseph E. weten wie het meesterbrein achter de hele operatie is. Zonder aarzelen komt er een antwoord: “Stilo, Marvin en zijn neefje Marlin.” Ook weet hij te vertellen dat de mannen uit Arnhem en Rotterdam komen.

Marlin zou de kok zijn, het is een grote brede man die in het verleden militair was. De kok die de amfetamine bereidde, zou zich ‘de professor’ noemen. Telefoonnummers of adressen heeft hij niet. “Elke drie maanden had hij een nieuw telefoonnummer en zei dan dat hij de professor was,” vertelt Joseph E. “Ik heb drie verschillende nummers van hem op mijn telefoon.”

Gebrek aan capaciteit
Zijn advocaat neemt het woord weer over en wijst de rechters erop dat er meerdere gelaatsmaskers, handschoenen en gereedschappen in de zeecontainers zijn gevonden die horen bij de productie van amfetamine. “Het is allemaal op het plaats-delict gevonden, maar niet verder onderzocht.”

De beide officieren van justitie onderstrepen dat het openbaar ministerie bepaalt wie er vervolgd worden. Zij sluiten niet uit dat er mogelijk in de toekomst bij andere verdachten een dagvaarding op de deurmat valt. Op dit moment heeft het OM besloten om Joseph E. en Jan G. te vervolgen. Het gebrek aan capaciteit bij politie en justitie veroorzaakt volgens hen dat ze keuzes moeten maken. “In het verhoren van die mensen gaat heel veel werk zitten en dat is lastig gezien de drukte bij de politie,” besluit een van de officieren.

Terrein vervuild met drugsafval
De belangen van de grondeigenaar spelen ook een rol. Jan G. is al enige tijd op vrije voeten, maar hij kan geen kant op. Zijn terrein is vervuild met drugsafval en van de gemeente Olst-Wijhe moet hij opdraaien voor de kosten van de bodemsanering. Dat gaat hem minstens 360.000 euro kosten en dat geld heeft hij niet.

De voormalig paardenfokker wil het wel betalen, maar zal daarvoor grond en onroerend goed moeten verkopen. En hangende het strafproces kan hij dat niet. De gemeente heeft beslag gelegd op het perceel met vervuilde grond en het OM legde beslag op de rest van zijn grond en het onroerend goed.

Huizen aanwijzen
“Mijn cliënt heeft recht op een eerlijk proces, dat mag niet ondergeschikt raken aan tijdgebrek of de snelheid in belang van G.,” zegt Maarsingh. De rechters beraden zich en als ze daarna terugkeren in de rechtszaal hebben ze geen goed nieuws voor het openbaar ministerie.

De magistraten krijgen van de rechtbank opdracht om nader onderzoek te doen. Ook zullen ze in een proces-verbaal moeten vastleggen welke inspanningen justitie en politie hebben geleverd om de andere mannen te vinden. Ze voegen eraan toe dat er zelfs een mouw aan valt te passen als Joseph E., die tot aan de inhoudelijke behandeling vastzit, mee moet om huizen aan te wijzen.

Joseph E. verschijnt op 5 oktober weer in de rechtbank voor de volgende tussentijdse zitting. Een week later hoopt men de zaak inhoudelijk te kunnen behandelen.

Foto 1
Ter illustratie - Foto: Peter Denekamp
Ter illustratie
Foto: Peter Denekamp