Op het eerste gezicht past de titel niet boven een verhaaltje over een zestal Zwolse kerkgebouwen. Ik kende ze, of op religieuze gronden, of doordat ik er beroepshalve mee te maken kreeg.
Laat ik beginnen bij de Andreaskerk. Een kerk die in 1960 aan de Geert Grootestraat is gebouwd. Intussen verkocht, gesloopt en verkleind herbouwd als het belangrijkste centrum van het Korps Leger des Heils in Zwolle. Het huwelijk van m’n oudste zus werd er ingezegend, en de kleuterklas waarvan ze leidster was, liet na afloop met helium gevulde ballonnen op. Door de kou kwamen die amper boven de kerk uit.
Een andere kerk is de gereformeerde kerk van Berkum. Een klein houten kerkje, in de jaren dertig gesticht en in 1970 na de komst van de veel grotere Hoofdhof verkocht aan een autohandel. Als jongetje van 12 jaar kerkte ik ooit in dat houten kerkje, dat vooral bevolkt werd door werkers uit de agrarische sector. Kortom, de stal- en mottenballenlucht afkomstig van hun kleding weerhielden me er vaak te komen.
Dan de Sint-Michaëlskerk aan de Roggestraat, begin jaren zestig gesloopt. Ik heb nog van school gespijbeld om de torenspits van die kerk naar beneden te zien komen. De kerk is in een moderne en strakkere vorm aan de Bisschop Willebrandlaan herbouwd. Intussen ook alweer verdwenen, waar ik gelukkig maar weinig van heb meegekregen.
Heel anders is het, ook een rooms-katholieke kerk, de Sint-Jozefkerk in Assendorp vergaan. Ik heb daar verscheidene sfeervolle uitvaartdiensten mogen meemaken. De toenmalige koster Rikels van de OLV-Basiliek was daarbij een graag geziene assistent. Hij kon de weesgegroetjes en aanverwante teksten perfect voordragen. De kerk is omgebouwd tot appartementencomplex, waarbij over smaak te twisten valt. Aan de Ministerlaan is een nieuwe kerk gebouwd.
Tot slot twee kerkgebouwen in de binnenstad. De Bethlehemse Kerk is tot een sfeervol sushirestaurant omgeturnd en de Broerenkerk is dankzij Wim Waanders tot een prachtige boekwinkel omgetoverd.
Eigenlijk allemaal overgegaan, gereïncarneerd in eenzelfde of totaal andere bestemming. Of hun oude gelovigen, als ze nog leven, dat met me eens zijn, is maar de vraag.
Toen de Bethlehemse Kerk nog als kerk functioneerde, werd mij door een paar ouderlingen verboden dat ik als uitvaartleider de preekstoel beklom.
Dat was een heilige plek. Ik vermoed dat, in het restaurant, de preekstoel intussen menigmaal beklommen is. De ouderlingen van toen draaien zich vast om in hun graf.