“Je krijgt een gulden van me als je op zijn broekspijpen stapt” was vroeger een grapje dat we maakten als een jongen een te korte lange broek droeg. Daar gebruikten we dan de term “Hij heeft hoogwater” voor. Ik kwam, maar dat is vast wel duidelijk, erop door het bijzondere weer. Veel, heel veel regen waardoor hoogwater met soms dramatische gevolgen.
Ik realiseerde me dat het, al dan niet slechte, weer een behoorlijke rol speelt in de Nederlandse taal. Bij mijn verhaaltjes zegt mijn vrouw soms waarschuwend: “Daar komt vast gedonder van!” Dan ziet ze de bui al hangen, om het eens anders te zeggen. Niet dat ikzelf nou een storm van protesten zie aankomen, hoewel, ik kan natuurlijk ook wel eens de mist ingaan.
In het kader van de komende jaarwisseling zou ik natuurlijk de hoopvolle, maar o zo oude zin kunnen neerschrijven: “Na regen komt zonneschijn.” George William Curtis, een Amerikaanse schrijver uit de 19e eeuw, formuleerde het volgens mij veel mooier: “Het jaar begint met een sneeuwstorm van witte geloften”.
Nu we dan toch aangeland zijn bij de jaarwisseling, las ik een mooie waarschuwing betreffende de goede voornemens die we allemaal min of meer hebben voor het nieuwe jaar. Die waarschuwing gaat als volgt: “Veel mensen zien uit naar het nieuwe jaar om een nieuwe start te maken met oude gewoontes.”
Mijn intussen al oude gewoonte, ‘het vertellen van verhalen’ daar blijf ik, waarschijnlijk mee doorgaan totdat ik er niet meer toe in staat ben of, door wie dan ook, gewaarschuwd wordt om ermee te stoppen.
Over dat vertellen gesproken, ik moet denken aan het laatste couplet van een gedicht dat Freek de Jonge schreef op 23 december 2017 op de voorpagina van dagblad Trouw. Dat gedicht ging over het kerstverhaal. Een groots, bekend en heel bijzonder verhaal. Laten we wel wezen, elk verhaal is toch, ook het hele kleine, de moeite van het vertellen waard. Zeker nu, tussen Kerstmis en de jaarwisseling,
Dat slotcouplet gaat trouwens zo:
Blijf Het Verhaal vertellen
De wereld kan niet zonder
en ieder pasgeboren kind
is behalve een mysterie
bewijs van het wonder
dat het leven steeds opnieuw begint