De politiesnelrechter had woensdag een kwartiertje nodig om na te denken over de straf die ze zou opleggen aan een inbreekster die haar laatste waarschuwing al te pakken had. De vrouw liep nog in haar proeftijd en had een voorwaardelijke celstraf boven haar hoofd hangen. Ook gold voor haar al een taakstrafverbod vanwege eerdere veroordelingen voor winkeldiefstallen, een inbraak en een bedreiging.
Het weerhield haar er niet van om in te breken in een appartement van een zwangere Zwolse vrouw, en een politieman en zijn dochter met de dood te bedreigen. In de rechtszaal voegde ze er een volgende bedreiging aan het adres van de diender, die op de publieke tribune zat, aan toe.
Inbraak via balkon
Begin deze maand zag Marjorie de V. (45) uit Zwolle ’s nachts de ramen en deuren openstaan van een appartement op de eerste verdieping in de Nieuwstraat. Ze klom via de buitenzijde van het pand omhoog en ging via het balkon de woning binnen. De zwangere bewoonster ontdekte toen ze later thuiskwam dat haar tas was verdwenen. In de tas zaten onder meer haar pinpas, een seizoenskaart van PEC Zwolle, haar rijbewijs en 130 euro aan contant geld.
Op dinsdag 3 september betaalt Marjorie de V. twee keer contactloos met de gestolen bankpas. Ze koopt oorbellen en pint bij zowel de Primera als bij de bar 30 euro extra. In totaal verdween er 66,25 euro van de bankrekening van de zwangere vrouw. De politie bekijkt de camerabeelden van de winkeliers en dan komt De V. in beeld als verdachte.
Van het bed gelicht
Twee agenten worden naar de Domus van het Leger des Heils aan de Burgemeester van Walsumstraat gestuurd om haar aan te houden voor verhoor. De agenten melden zich bij de balie en lopen dan door naar de kamer van de vrouw. Ze gaan naar binnen en vertellen haar dat ze mee moet naar het bureau. Marjorie de V. heeft weinig haast om uit bed te komen en een agent pakt haar bij haar arm. De V. is daar niet van gediend. “Moet ik bang zijn voor jou met je blauwe pakkie,” bijt ze de politieman toe. “Als je zo doorgaat, maak ik je dood en je kankerdochter maak ik ook af.”
De snelrechter wil van De V. weten of het allemaal klopt wat haar verweten wordt door justitie. De inbraak in de Nieuwstraat geeft ze toe, echter was de buit volgens haar kleiner. “Ik heb twee pasjes van een tafel gepakt en twee blikjes drinken.” De politierechter vraagt hoe het kan dat de bewoonster van het appartement een tas en veel meer spullen mist.
Telefoon teruggebracht
“Alle ramen en deuren stonden open, misschien is er nog wel iemand naar binnen geklommen,” antwoordt De V. Niet veel later vertelt De V. dat ze toch meer uit de woning had meegenomen. “Na mijn aanhouding heb ik een telefoon teruggebracht naar het politiebureau omdat die niet van mij was. Omdat ik er spijt van had, heb ik er zelfs een pak bier bijgedaan!”
Ze legt de rechter uit dat het nooit haar bedoeling is geweest om in te breken. “Ik was aan de buitenkant van het centrum en twee Marokkaanse jongens zeiden dat ik moest inbreken,” zegt De V. “Omdat ik geen gedoe met ze wilde heb ik het maar gedaan.” Ook weet ze zeker dat ze het gepinde geld aan de onbekende jongens heeft afgegeven.
Over de bedreiging van de agent is ze duidelijk. “Ik ben vaker aangehouden, dus weet hoe het werkt,” legt de ervaringsdeskundige uit. Volgens haar was er geen noodzaak om halsoverkop mee te gaan naar het politiebureau. In de rechtszaal verheft ze haar stem en wordt opnieuw kwaad over het gedrag van de agent, die vanaf de publieke tribune de rechtszaak volgt. “Je hoeft me niet zo uit bed te trekken, ben je nou helemaal besodemieterd!” Voor ze weer tot bedaren komt, voegt ze eraan toe: “Als je buiten komt, dan vermoord ik je.”
Veelvuldig zwartgereden
De rechter bladert vervolgens door het omvangrijke strafblad heen van De V. Ze concludeert dat er al een taakstrafverbod van kracht is, de vrouw onder bewindvoering staat en een geldboete niet aan de orde is. Ook merkt ze op dat de vrouw in haar proeftijd zit en haar een maand gevangenisstraf te wachten staat als ze opnieuw misdrijven pleegt. “Ik zie dat u de afgelopen tijd ook veelvuldig heeft zwartgereden in het openbaar vervoer.”
De reclassering schat de kans op herhaling van strafbare feiten door De V. in als hoog. Ze adviseren de rechter om de vrouw niet het gevang in te sturen, omdat ze beschermd woont in Zwolle. Ook haar begeleider van het Leger des Heils verzocht de rechtbank om het niet te doen. “Het gaat goed met haar en sinds ze bij ons zit is ze ook flink aangekomen.” Bij een langere gevangenisstraf raakt ze haar onderdak bij het Leger des Heils kwijt en komt ze na haar vrijlating weer op straat te staan.
Tekeergegaan tegen een agent
De officier van justitie heeft geen boodschap aan de adviezen. “Het is nogal wat voor iemand dat je woning, die nota bene niet eens op de begane grond is, wordt betreden. De aangeefster was bovendien zwanger,” concludeert de officier. “En dan ook nog zo tekeer te gaan tegen een agent. En dan herhaalt ze dat nog weer in de rechtszaal. Nu zelfs een bedreiging met moord!”
“Zelfs zonder het taakstrafverbod was ik niet tot een taakstraf gekomen in mijn eis,” vervolgt de magistraat. “Mevrouw was al gewaarschuwd en liep nog in de proeftijd.” Hij eist een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk. Ook vindt de officier dat De V. de celstraf van een maand die ze nog tegoed had moet gaan uitzitten.
De advocaat van De V. vindt de eis veel te zwaar. Ze vraagt de rechter om haar te veroordelen tot 3 dagen gevangenisstraf. Die periode heeft ze al uitgezeten in voorarrest. “Ze verliest haar woonplek bij een dergelijk lange straf.” Ze voegt eraan toe dat haar cliënt uit eigen beweging de telefoon terugbezorgde bij de politie en er nog een paar biertjes bij deed. De raadsvrouw vindt dat de agent bij de aanhouding flexibeler had moeten zijn door meer rekening te houden met de omstandigheden van De V.
Inbraak en doodsbedreiging bewezen
De snelrechter schorst de zitting om na te denken over haar uitspraak. Als ze na een kwartiertje terugkeert, oordeelt ze dat de inbraak en de doodsbedreiging bewezen zijn. Ook zegt ze dat ze de mening van de advocaat niet deelt over het handelen van de politieman. “Het zijn hele nare feiten. Dat de agent iets van flexibiliteit had moeten vertonen, vind ik niet. Het is begrijpelijk dat hij aangifte deed.”
De politierechter veroordeelt Marjorie de V. tot 183 dagen gevangenisstraf, waarvan 180 dagen voorwaardelijk. Ze legt De V. uit dat haar eerdere laatste kans die ze van een rechter kreeg, nu de allerlaatste kans is om haar leven te beteren. “De drie dagen heeft u al in voorarrest doorgebracht. Als u weer in aanraking met de politie komt, moet u een half jaar de cel in.” Ook de voorwaardelijke gevangenisstraf uit haar eerdere proeftijd hoeft ze niet uit te zitten. De rechter verlengde alleen de proeftijd waardoor De V. bij een nieuwe misstap 7 maanden het gevang in moet.