Ik weet niet hoe het de gemiddelde Zwollenaar vergaat, maar ik vind het jammer dat we van de zomertijd omgeschakeld zijn naar de wintertijd. Dat komt waarschijnlijk omdat ik bijna mijn hele leven al laat naar bed ga. Dan zijn lange avonden met zonlicht een heel prettige bijkomstigheid. Ik geloof dat mijn biologische klok er nagenoeg geen last van heeft.
Voor een grote groep mensen geldt dat wel, zeker ook voor dieren. Een hert op de Veluwe zal er weinig van merken, maar dieren die op vaste tijden verzorgd worden ongetwijfeld wel. Dan te bedenken dat we nu, bij de wintertijd, al een uur voorlopen op de zonnetijd. ’s Zomers lopen we daar zelfs nog een uur op vooruit.
In Nederland is de zomertijd in 1976 ingevoerd, als een maatregel die zou moeten helpen de in 1973 ontstane oliecrisis deels op te lossen. ’t Wonderbaarlijke is dan weer dat, nadat de oliecrisis voorbij was, de zomertijd is gebleven, ja zelfs met een maand is verlengd.
Ik vermoed dat men het, omdat het jaren tijd gekost heeft om het zo goed als in heel Europa doorgevoerd te krijgen, nu niet aandurft de zaak terug te draaien. Trouwens, de zomertijd heeft alleen maar zin in de gebieden die liggen tussen de keerkringen en de poolcirkels. En natuurlijk blijven er voor- en tegenstanders die ieder om het hardst roepen dat het moet veranderen, dan wel zo blijven.
Zelfs in deze tijd waarbij veel klokken automatisch omschakelen, zijn er mensen die ’s zondags ontdekken dat zij of voor of achter lopen op de officiële tijd. Toen de eerste keer in Nederland, in 1976, de zomertijd op 25 maart om 02.00 uur inging, zat ik daarna ‘s morgens keurig op tijd in de kerk.
Toen de dienst zo ongeveer drie kwartier bezig was, kwamen de eerste ’te-laat-komers’ binnen en ging er natuurlijk enig zacht gegniffel door de kerk. ’t Was waarschijnlijk een goede leerschool want daarna is het bij de diensten in die kerk niet meer voorgekomen.
Of het een half jaar later, bij de terugschakeling ook misging, vertelt de historie niet. Als mensen een uur te vroeg bij de deuren staan, merk je dat niet. Dan gaan ze weer naar huis, of maken nog maar even een ommetje. Aan het kerkbezoek van tegenwoordig te zien, doen veel mensen dat laatste sowieso meer dan ooit.