’t Is geen Nederlands, maar een samenvoeging van de woordjes Jij en U. Daar ging een artikel in De Stentor over. Wil iedereen wel met jij aangesproken worden? Het lijkt erop dat het meer en meer gebeurt.
Laat ik vooropstellen dat ik in de meeste gevallen het woordje U prefereer. Afgezien van het feit dat ik dat zo geleerd heb, speelt m’n leeftijd een rol, ik trek, zoals men het vroeger zei, al verscheidene jaren van Drees. Ik vind het ongepast als een scholiere, met het bijbaantje caissière, me met je of jij aanspreekt. Ik denk dan, net zoiets als dat wat ik van een mevrouw las: “Hoezo? Heb ik met je geknikkerd dan?”
De Stentor wijdde er de volgende dag ook nog een klein onderzoekje aan. Via een QR-code kon er gestemd worden over je of U. ’t Verbaasde me eerlijk gezegd niet dat de uitslag als volgt was: 70 procent tegen jij, 27 procent voor en 3 procent had er geen mening over.
Een van de argumenten om jij of je te gebruiken was dat dat vooral makkelijk kon op internet, daar is het allemaal wat informeler. Toen ik dat las moest ik direct denken aan het commentaar van de hoofdredactie van 1Zwolle op mijn eerste column. Men had liever dat ik de lezers met je, jij, jou of jullie aansprak. Sinds die tijd probeer ik dat eigenlijk altijd, hoewel ik daardoor soms zoeken moet naar, voor mij, goede formuleringen.
Over zoeken naar woorden gesproken, hoe vertel ik mijn lezers dat ik even ga pauzeren. Een soort van kerstvakantie ga houden. Sommige mensen zoeken dan een warm land op of gaan naar een wintersportoord. Ik vind het lekker om de gedachten eens flink te verzetten en ga daarom lekker het boek lezen dat al eventjes op me ligt te wachten. De biografie over Ruud Lubbers. En hoewel ik een paar linkerhanden heb en rechts ben, wachten er ook nog een paar klusjes.
Nu ik over JU geschreven heb, neem ik de kans waar om U, waarde lezer, fijne kerstdagen, een gezellige jaarwisseling en alvast een heel voorspoedig 2025 toe te wensen.
U hoort, hoop ik, begin volgend jaar weer van me. Als U me intussen nog iets wilt laten weten, kan dat altijd, ik lees en/of beluister het. U bent me dierbaar.