Afgelopen zondag las ik onze Stentor en zag bij WNL op Zondag drie onderwerpen die toch wel aan elkaar verwant zijn. Het meest opvallende van de drie was voor mij wel het artikel over Zwollenaar Dirk Jan Buter. Die wil na zijn dood ingevroren worden, om als de wetenschap dat in de toekomst kan, weer tot leven gewekt te worden. Voor velen is dat een utopie, hij gelooft erin of hoopt er tenminste op.
Bij WNL ging het zondagmorgen eigenlijk niet over ouder worden, maar over verjongen. De wetenschap blijkt nu zover te zijn dat ze bepaalde organen kunnen ‘verjongen’, in ieder geval, laat ik zeggen, fitter maken. Een mens met een paar pillen terugbrengen van 60 jaar naar 40 gaat, zo werd gemeld, nog lang niet gebeuren.
In De Stentor stond zaterdag ook een gastcolumn, van Maria Oudendijk, met de titel ‘Moeder zou van de ene verbazing in de andere verbazing vallen’. Dat kennen we, denk ik, allemaal wel als we ons realiseren hoe de wereld is veranderd en als onze overleden voorouders er nu in zouden terugkeren.
Zoals mijn vader, die van 1987 tot 2008 in Westenholte woonde. Hij zou nu vast verdwalen als hij op zoek ging naar zijn vroegere huis. Laat staan dat hij, zoals in de column over die moeder genoemd, te maken zou krijgen met de huidige moderne technologie.
Waarmee ik niet wil zeggen dat we ons best niet hoeven te doen om gezond te zijn. In dit kader past misschien beter de zin: Om de dood wat voor te blijven.
Wat die Dirk Jan Buter betreft, hem zal vast wel eens gevraagd zijn: “Gesteld dat je levend tevoorschijn komt, hoe denk je dat dat na bijvoorbeeld veertig jaar zal zijn?” Zijn nabije familie is waarschijnlijk overleden en de alom aanwezige techniek is vele malen verder dan die van vandaag. ’t Lijkt mij welhaast een onoverbrugbare periode. Misschien kijkt zijn ruim dertig jaar geleden overleden moeder wel vanuit een andere dimensie naar haar zoon, en valt ook van de ene verbazing in de andere.
Dat tot op hoge leeftijd proberen er jong uit te blijven zien, lukt heel vaak niet. Zo las ik daar een mooie beschrijving over, verteld door iemand die een hip geklede blondine achterop liep. Hij haar heel nieuwsgierig inhaalde, en toen het om een dame op hoge leeftijd bleek te gaan, hij haar omschreef als: “Van achteren lyceum, van voren museum!”