Adverteren? Klik en informeer naar de mogelijkheden!

Zwollenaar (34) misbruikte 34 jonge meisjes online: “Weten mensen wat dat monster mij heeft aangedaan, mamma?”

|   Laatste wijziging

De rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, aan de Schuurmanstraat.
Foto: Peter Denekamp

“Weten mensen wat dat monster mij heeft aangedaan, mamma?” Dat is wat een meisje van amper 10 jaar aan haar moeder vroeg. Ze is een van de 34 slachtoffers van Daan F. (34) uit Zwolle. De Zwollenaar moet zich vandaag in de rechtbank verantwoorden voor het online misbruik van de meisjes, die tussen de 8 en 14 jaar waren.

In het najaar van 2022 viel de politie binnen in de woning van F. in Zwolle. Op zijn telefoon en laptop ontdekte de politie een grote hoeveelheid kinderporno en een enorme hoeveelheid gesprekken met de zeer jonge meisjes via Snapchat en TikTok.

In de rechtbank bekende Daan F. dinsdagochtend het online misbruik. Op vragen van de rechters of het meer slachtoffers kunnen zijn, antwoordde hij: “Ik denk vijftig tot zestig.” Ook sloot hij niet uit dat het mogelijk om honderd jonge meisjes kan gaan.

Zittend op de bank in zijn woonkamer gaf F. al append op zijn telefoon opdrachten aan de jonge meisjes. Vaak zat zijn zwangere vriendin ook in de woonkamer zonder dat ze besefte waar hij mee bezig was.

“Het is walgelijk, je wordt misselijk als je naar de beelden kijkt,” zei een van de rechters tegen F. “Het zijn hele jonge kinderen met vergaande seksuele handelingen.” Daan F. reageerde niet op de woorden en bleef zwijgzaam naar het tafelblad in de rechtszaal kijken.

Ook de woorden van de ouders van de slachtoffers hoorde hij onbewogen aan. Een moeder zei huilend in de rechtbank: “Het is een pervers, leugenachtig, vies mannetje. Hij heeft het leven van mijn dochter en al die andere kinderen gruwelijk verwoest.”

De rechtbank heeft vandaag de hele dag uitgetrokken voor de behandeling van de strafzaak.

Foto 1
De rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, aan de Schuurmanstraat.
De rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, aan de Schuurmanstraat.
Foto: Peter Denekamp