Zwolle en Dalfsen kruisen opnieuw de degens, al is het dit keer vooral voor de vorm. Over drie weken wordt bij Ankum een symbolische veldslag tegen het boerenleger uitgevochten. De Slag bij de Vecht is een ludiek treffen tussen stad en platteland, gebaseerd op een eeuwenoud conflict dat nog verrassend veel actuele parallellen kent. Deelnemers kunnen kiezen: vecht je voor Zwolle en de bisschop, of sluit je je aan bij het boerenleger uit het Vechtdal?
De oorspronkelijke veldslag bij Ankum vond plaats in 1225. Aanleiding was een conflict over de tolheffing op de Vecht. Zwolse schippers hoefden minder te betalen, tot ergernis van de landeigenaren in het Vechtdal. Die kwamen in opstand tegen de stad en het bisdom Utrecht. Wat volgde, was een gewapend treffen op de velden bij Ankum.
Acht eeuwen later gaan de partijen opnieuw het ‘slagveld’ op. Deelnemers worden opgeroepen zich aan te melden door een e-mail te sturen naar de kerngroep Slag bij Ankum, met vermelding van hun gekozen kamp. De strijd begint zaterdag 14 juni om 13.00 uur op het oude landgoed van Kasteel Ruitenborgh.
Conflicten tussen stad en platteland
Volgens initiatiefnemer Mink de Vries zijn de spanningen van toen opvallend actueel. “Conflicten tussen stad en regio zijn van alle tijden,” stelt hij. Aanleiding dit keer: verzet tegen Zwolse plannen voor de Vechtrand bij Dalfsen en uitbreiding richting Windesheim. “Het is alsof Zwolle als een spons de omgeving opzuigt,” aldus een bewoner langs de Vecht.
Het boerenleger staat onder leiding van Dalfser burgemeester Michael Sijbom, die de rol van Ridder Haco van der Rutenborgh op zich neemt. Of Zwolle net als bij de veldslag in Harculo weer vertegenwoordigd wordt door wethouders of raadsleden, is nog onbekend.
De heruitvoering van de Slag bij Harculo trok vorig jaar zomer honderden vrijwilligers in middeleeuwse kostuums. De strijd tussen het Zwolse stadsleger en Sallandse boeren stond toen centraal.