In Zwolle is zaterdag de slag bij Harculo herdacht. Een strijd die acht eeuwen geleden woedde tussen het Sallands boerenleger, aangevoerd door de roofridders Van Buckhorst en Van Voorst, tegen het leger van de bisschop van Utrecht, gesteund door het Zwolse leger. De boeren voelden zich niet gezien door het machtige bisdom.
In 1224 lag het buurtschap Harculo in een zompig gebied langs de rivier, afgewisseld met heidevelden. In de zomer stond de IJssel zo laag dat de rivier doorwaadbaar was voor het leger van de bisschop. In Harculo hadden de Sallanders zich verschanst achter een aarden wal aan de rand van de uiterwaarden. Ze waren kansloos voor de goed bewapende legermacht van de bisschop van Utrecht. Als straf werden de kastelen Buckhorst en Voorst met de grond gelijkgemaakt.
Veel vrijwilligers uit buurtschappen, dorpen en steden verschenen 800 jaar later in middeleeuwse kostuums op het slagveld in Harculo om de strijd na te spelen. Onder hen Sietske Poepjes, de burgemeester van Olst-Wijhe. Ze kreeg hulp van wethouders Arjan Spaans (Zwolle), Richard Bodeus (Kampen) en haar eigen wethouder Marcel Blind en Hans Olthof.
Het bisdom Utrecht werd vertegenwoordigd door vicaris Ronald Cornelissen van het vicariaat Deventer. IJsselkenner Wim Eikelboom nam de rol van bisschop en legeraanvoerder op zich.