Eerder deze maand hielden politieagenten na een melding Rikus van E. (33) uit Kampen aan in het Twistvlietpark in Zwolle met een gestolen fiets met kar en gereedschap. Omdat de Kampenaar zo’n zes weken eerder werd neergestoken in Apeldoorn droeg hij een spalk om zijn rechterarm. Agenten besloten om hem zijn handboeien af te doen, waarna Van E. in het water dook.
De Kampenaar vluchtte naar een eilandje in de vijver en werd na een lange inzet van brandweer en politie aangehouden. Sindsdien zit hij vast. Ook zijn maatje, Maurice J. uit Enschede (49), werd in de boeien geslagen. Hij had net de gevangenis verlaten. Met een proeftijd op zak logeerde de Twentenaar in Zwolle bij de moeder van Van E.
Op donderdag 12 juni kreeg de politie aan het einde van de middag een melding dat er twee mannen door Stadshagen liepen met een fiets met een kar. In het nabijgelegen park troffen agenten het duo aan met de uit een schuurtje gestolen spullen. Maurice J. werd aangehouden en kreeg opnieuw onderdak in de cel.
Bij Rikus van E. ging het wat minder makkelijk. Hij kreeg handboeien om, maar had last van zijn arm. De Kampenaar werd op maandag 21 april in de vroege ochtend neergestoken op de Heemradenlaan in Apeldoorn. Chirurgen repareerden het letsel aan een slagader en pezen in zijn arm en sindsdien zat zijn arm in een spalk.
‘In het water springen niet strafbaar’
Nadat agenten hem de boeien afdeden dook hij de vijver in en ging ervandoor. “Dat is niet zo sjiek als de politie rekening met u houdt,” constateerde de politierechter. “Ach een beetje dommigheid en in het water springen is toch niet strafbaar?” zei Van E.
Veel meer dan dat wilde de Kampenaar niet vertellen. Hij ontkende de spullen te hebben gestolen en beschuldigde J. Die deed op zijn beurt hetzelfde. Na ruim een half uur gesoebat had de officier van justitie er schoon genoeg van. Hij waarschuwde het duo dat de strafeis nogal hoog kon uitvallen als de waarheid niet boven water kwam.
“We waren samen in Zwolle en in een woonwijk zagen we opeens die spullen staan,” verklaarde J. die bleef ontkennen dat hij in een schuurtje in een achtertuin van een woning was geweest. “Die spullen vallen niet uit de lucht!” beet de politierechter hem toe.
Het geduld van de rechter werd nog meer op de proef gesteld toen de Twentenaar haar een juridische uitleg gaf dat de spullen afkomstig waren van diefstal. “Van diefstal waar? Turkije, Groenland?” De advocaat van J. greep in en vroeg de politierechter te schorsen om met haar cliënt te overleggen.
‘Schuurtje in, fietsje mee’
Dat bleek enigszins geholpen te hebben. “Nou, het was schuurtje in, fietsje mee,” verklaarde J. Desondanks liet hij in het midden wie dat gedaan zou hebben. Wel gaf hij toe ergens in de straat de buit te hebben aangepakt. “Ik dacht, ik laat die jongen niet met de spullen zitten, het was ook 31 graden.”
Van E. werd opnieuw gevraagd of hij er nog iets aan toe te voegen had. Dat bleek niet het geval te zijn. Wel wilde de Kampenaar nog kwijt dat hij zich eraan stoorde dat Maurice J. de officier van justitie niet met ‘U’ aansprak. “Dat is gewoon respectloos!”
Justitie eiste een gevangenisstraf van 2 maanden tegen beide mannen en dat ze alle openstaande voorwaardelijke straffen gingen uitzitten. Voor de Kampenaar waren dat er drie. De Twentenaar had nog een gevangenisstraf van 3 maanden boven het hoofd hangen. Ook heeft hij volgende maand opnieuw een afspraak in de rechtbank voor zijn volgende strafzaak.
“Linksom of rechtsom, het is strafbaar. Of het nu diefstal, medeplegen of heling is,” zei de advocaat van Van E. “Het is lood om oud ijzer.” De rechter onderbrak het pleidooi van de strafpleiter om de gapende, onderuitgezakte J. te vragen: “Gaat het een beetje?” De Twentenaar liet haar weten dat hij het “allemaal een beetje lang vond duren”.
Hij werd op zijn wenken bediend. “Gelijke monniken, gelijke kappen,” concludeerde de rechter. Ze legde beide mannen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van 2 maanden. Daarbij moet J. ook de 3 maanden uit zijn proeftijd gaan uitzitten.
Een proeftijd van Van E. werd met een jaar verlengd zodat hij onder toezicht blijft van reclassering. Een voorwaardelijke boete van 1000 euro moet hij nu wel aftikken en een voorwaardelijke celstraf van 2 weken werd omgezet naar een onvoorwaardelijke.