Zwolle – Maandag 6 september heeft de Commissie Toekomst Grote Kerk en het Refter haar eindrapport opgeleverd aan de Algemene Kerkenraad (AK) van de Protestantse Gemeente Zwolle (PGZ). Deze commissie is in februari 2010 aan de slag gegaan, onder voorzitterschap van
De commissie is gevraagd de mogelij
Een dergelijke keuze heeft consequenties:
– de organisatie moet geprofessionaliseerd worden; genoemde aandachtgebieden zijn marketing en communicatie; overwogen moet worden daarvoor externen aan te trekken;
– investeringen zijn (op termijn) nodig op het terrein van sanitaire voorzieningen, catering, licht en geluid; hiervoor moeten ook provinciale en nationale fondsen worden geïnteresseerd;
– er moeten structurele contacten komen met organisaties op het terrein van culturele activiteiten en publiciteit.
De commissie adviseert de plannen en uitvoering ervan in fasen in te delen. Sommige onderdelen kunnen al op kortere termijn (de komende drie jaar) worden gerealiseerd. Voor andere is nader onderzoek nodig, waarvoor de commissie aanbeveelt ook externe zakelijke deskundigen aan te trekken.
Op langere termijn moet de exploitatie van de Grote Kerk worden gekenmerkt door ‘duurzaamheid’. De commissie stelt het zo: “De uitdaging is om in samenwerking met de gemeente Zwolle de Grote Kerk tot het eerste groene rijksmonument te maken.”
Voor verbreding van het gebruik van het Refter raadt de commissie aan op termijn een nader onderzoek in te stellen en daaraan voorafgaand te bezien in hoeverre Grote Kerk en Refter elkaar kunnen versterken.
De commissie maakt duidelijk dat er een relatie is tussen eigenaarschap – verantwoordelijkheid – beheersorganisatie. Anders gezegd: ze adviseert dat de PGZ, als eigenaar van de Grote Kerk, ook de verantwoordelijkheid blijft dragen voor de exploitatie. Zo kan de combinatie van continuering van de kerkelijke functies en verbreding van de exploitatie het beste worden gewaarborgd. Dat laatste is noodzakelijk omdat de instandhouding van de Grote Kerk en het Refter een fors beslag leggen op de schaarse financiën van de PGZ.
Betekent dit “vermarkten”?
Ligt natuurlijk aan de voorwaarden. Misschien ook een woonbestemming voor sommige kerken?
Wanneer dit “Godshuis” op passende wijze multifuncioneel kan worden gebruikt zal daar niet veel bezwaar tegen zijn omdat steeds minder kerkgangers de steeds hoger wordende onderhouds/exploitatiekosten moeten opbrengen.
Maar bespaar me alsjeblieft de aanblik van campingshows en Lippglossfeestgangers, dansend op de oude grafstenen.
En ook de bijbehorende geluidsboxen en spotlightconstructies tussen de eeuwenoude pilaren.
Helemaal eens Observer.