Brilarmoede laat ook in Zwolle grote verschillen zien op wijkniveau

Foto: Pixabay

Als je zicht verminderd kan je in Nederland een bril of lenzen nemen om dat probleem te verhelpen. Maar wat als je zicht verandert en je hebt geen geld voor een nieuwe? Uit cijfers blijkt dat brilarmoede per wijk enorm verschilt. 

Veel bril- of lenzendragers kennen het. Je zicht verbetert enorm na het aanschaffen van een bril of lenzen maar naarmate de tijd verstrijkt wordt dat langzaam minder omdat de ogen slechter worden. Dit probleem speelt het meest bij senioren en kinderen.

Voor 5,2 % van de Zwolse senioren is een nieuwe bril of lenzen kopen als dat nodig is geen optie zo blijkt uit de cijfers. Met allerlei klachten tot gevolg. Het gaat bij senioren dan om het niet kunnen lezen van kleine letters in de krant of het herkennen van gezichten op een afstand van 4 meter ondanks een bril of lenzen. 

Kijken we op wijkniveau dan zijn de verschillen groot. Zo loopt in de wijk Holtenbroek IV 11,4% van de senioren rond met een bril of lenzen die niet meer geschikt zijn voor hun ogen. Met alle gevolgen van dien. In Oldenelerlanden-West is dat slechts 1,6 %. De verdrietige koploper in Overijssel is de Almelose wijk Aalderinkshoek Noordwest waar 13 % van de senioren toe is aan een nieuwe bril of lenzen maar niet in staat die aan te schaffen. 

Dit probleem komt uiteraard ook voor bij kinderen. Omdat ze in de groei zijn hebben ze vaker een nieuwe bril nodig maar soms is daar dus geen geld voor. Het gevolg is dat kinderen bijvoorbeeld de les niet goed kunnen volgen en niet mee kunnen doen met sporten. Onvoldoende zicht, kan dan ook leiden tot een leerachterstand.

Maar liefst 87 % van de Nederlanders vindt dat kinderbrillen tot 18 jaar in het basispakket moeten. Dat kost iedere Nederlander ongeveer 0,40 cent per maand als de vergoeding eens per twee jaar is. Bij eens per jaar gaat het om 0,87 cent.

Over dit onderzoek

De cijfers over welvaart komen uit de Gezondheidsenquête 2024 van het CBS. Hierbij is uitgegaan van de ondergrens waarvan met 95% zekerheid gezegd kan worden dat dit het geval is. De cijfers uit de Gezondheidsmonitor van het RIVM en de GGD’s komen uit 2024 en hierbij is ook uitgegaan van de ondergrens waarvan met 95% zekerheid gezegd kan worden dat dit het geval is. De data op buurtniveau komen uit de Gezondheidsmonitor 2020 van het RIVM en de GGD’s zoals verwerkt door de Atlas Leefomgeving. 

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)