Zwolle – Jong ondernemen: van je familie moet je het hebben, op Windesheim kun je het leren. Maandag 24 januari vanaf 16.00 uur presenteren twee studenten Communicatie – Ellen van de Hoek en Tetske Alferink – hun afstudeeronderzoek naar Ondernemerschap bij hbo-studenten op Windesheim. De presentatie vindt plaats in het Windesheim Media Cafe (X1.90).
De studenten hebben het onderzoek gedaan in opdracht van Startpunt, het centrum binnen Windesheim dat ondernemende studenten ondersteunt, stimuleert en faciliteert, en het lectoraat Familiebedrijven dat binnenkort de minor Ondernemen in Familiebedrijven aanbiedt aan een eerste lichting studenten die later een familiebedrijf wil overnemen of een adviseursrol wil nemen in het MKB.
Resultaten in het kort
Studenten van Windesheim blijken bijzonder ondernemend. Van de 638 respondenten heeft 4,4% een eigen bedrijf. 18,7% van de studenten verwacht na het afronden van de studie een eigen bedrijf te beginnen. Dat Windesheimstudenten hun ondernemende houding niet van een vreemde hebben, blijkt uit het feit dat bijna een kwart van de studenten een vader en/of moeder met een eigen bedrijf heeft. Er is een positief verband tussen het feit dat de ouders een eigen bedrijf hebben en de student ondernemende plannen heeft. Met andere woorden: ondernemende ouders maken het kind ondernemender. Er zijn helaas geen landelijke cijfers van ondernemerschap bij studenten bekend, wel van andere hogescholen. In vergelijking tot een onderzoek van Saxion uit 2010, scoort Windesheim twee keer zo hoog. De meeste studentondernemers zitten bij de School of Education, de School of Information Sciences en bij de School of Business and Economics. Daarnaast is bijna één op de vijf studenten op Windesheim een pre-starter en wil zelfs meer dan de helft van de studenten op Windesheim zelfstandig ondernemer worden.
Resultaten meer in detail
Aan dit onderzoek hebben 638 respondenten meegewerkt. Alle respondenten zijn voltijd student en studeren aan de verschillende Schools van Windesheim. De geënquêteerde groep bestaat voor 41,8% uit mannen en voor 58,2% uit vrouwen. Daarnaast zijn 12 diepte-interviews gehouden.
Bedrijf starten tijdens studie
Van de 638 respondenten heeft 4,4% een eigen bedrijf. Daarnaast geeft nog eens 4,4% van de studenten aan tijdens hun studie ‘zeker wel’ een bedrijf te starten. Ook heeft 4,1% aangegeven dat ze denken dat ze nog tijdens hun studie zelfstandig ondernemer worden. Uit de twaalf diepte-interviews bleek dat er voor studenten van Windesheim veel verschillende redenen zijn om nu of in de toekomst te gaan ondernemen. Zo willen sommige studenten graag hun eigen regels bepalen en niet voor een baas werken. Deze vrijheid en onafhankelijkheid wordt door een ruime meerderheid van de respondenten benadrukt. Ook nieuwe dingen uitproberen en de uitdaging opzoeken zijn veelgenoemde redenen. Als een respondent tijdens zijn studie al een eigen bedrijf heeft, dan komt dit ook omdat de student leergierig is en buiten School ervaring op wil doen.
Bedrijf starten na de studie
Er zijn behoorlijk wat studenten die verwachten dat ze na hun studie zelfstandig ondernemer worden. 18,7% van de studenten verwacht na het afronden van de studie een eigen bedrijf te beginnen: 4,9% geeft aan ‘zeker wel’ een bedrijf te starten na het afronden van de studie en 13,8% denkt na de studie voor zichzelf te gaan beginnen. De meeste studentbedrijven worden gestart in de sector adviesdiensten (58), daarna komt zorg & welzijn (39), gevolgd door detailhandel (25) en industrie (25). Opvallend is dat het grootste aantal studentondernemers in dit onderzoek bij de School of Education (35,7%, oftewel 10 ondernemers) zitten en bij de School of Business & Economics (32,1%, oftewel 9 ondernemers).
Ondernemerschap in de familie
Meer dan 24 % van de ondervraagden geeft aan dat tenminste één van de ouders een eigen bedrijf heeft. Om onderscheid te kunnen maken tussen de groep zzp’ers en de andere ondernemers, is er in de enquête gevraagd of er personeel in dienst is bij deze bedrijven. In 53,8% van de gevallen waarbij de ouders een eigen bedrijf hadden, hebben ze ook personeel in dienst. In 46,1% van de gevallen, was het bedrijf in handen van een zzp’er. Van de twaalf respondenten die deel hebben genomen aan de diepte-interviews, had de meerderheid van de respondenten een ouder met een eigen bedrijf.
Overnemen bedrijf ouders
Op de vraag of studenten van plan zijn om het bedrijf van hun ouders over te nemen, antwoordt de meerderheid absoluut niet. Dit kan te maken hebben met het feit dat bijna de helft van de ouders een bedrijf heeft zonder personeel en dus een eenmanszaak runt of zzp’er is. Van de twaalf geïnterviewde studenten, wilde de helft van de studenten absoluut niet in een familiebedrijf werken. In de meeste gevallen komt dit omdat de studenten denken dat de familie een ‘hechte kliek’ is en er weinig doorgroeimogelijkheden zijn, of omdat de student geen werknemer maar ondernemer wil worden. Net iets minder dan de helft wilde wel in een familiebedrijf werken, zolang er tenminste geen onderlinge concurrentie is en alles soepel verloopt. Uit de diepte-interviews is gebleken dat bijna de helft van de studenten geïnspireerd wordt door hun ouders om te gaan ondernemen, ook wordt bijna de helft van de respondenten geïnspireerd door de sociale omgeving.
