Zwolle – Het rapport ‘Persoonlijk Meesterschap in het brede jeugddomein’ brengt kritieke succes- en faalfactoren van samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp in kaart.
Complementair
“Een opvallende bevinding uit het onderzoek is dat direct onderling contact voorop wordt gesteld als het gaat om de versterking van de onderlinge samenwerking. Dit geven zowel professionals uit het onderwijs als professionals uit de jeugdhulpverlening aan” zegt Jan Hoogland, projectleider en lector Vormend Onderwijs bij Hogeschool Viaa. “Kijk je naar onderwijsprofessionals dan zien zij de deskundigheid tussen onderwijsmensen en zorgmensen vooral als complementair. Zij willen graag gebruik maken van de deskundigheid van professionals uit het andere domein”.
Systemisch kijken
Andersom zijn zorgprofessionals sterker gericht op het individuele kind in de verschillende contexten waarin het functioneert. Zij missen een systemische manier van kijken in het onderwijs. Daarom is het belangrijk dat mensen uit het onderwijs snel toegang hebben tot ondersteuning door professionals van de jeugdhulpverlening.
Succesfactoren
Voor een goede slaagkans in de samenwerking moet duidelijk zijn wie de regie heeft en moeten ouders daar altijd zo nauw mogelijk bij betrokken worden. De benodigde vaardigheden die genoemd worden zijn: communicatievaardigheden en het vermogen om over de grens van de eigen discipline heen te kijken. Belangrijk is ook dat er onderling veel vertrouwen is tussen ouders en professionals (attitude). Ook een gemeenschappelijk taal en het bij elkaar naar binnen kijken (zorg-onderwijs) wordt belangrijk gevonden (kennis). Gelijkwaardigheid, korte lijnen en intensief contact
tussen jeugdzorg en school worden genoemd als belangrijke randvoorwaarden.
Professionals uit zowel onderwijs en zorg vinden het belangrijk om integraal te werken, een gemeenschappelijke taal te spreken en te handelen vanuit respect voor elkaars verantwoordelijkheid, deskundigheid en persoonlijk meesterschap. Dat blijkt uit het Onderzoek naar kritieke succesfactoren en de behoeften van professionals in de samenwerking van onderwijs en jeugdhulp van het Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap dat deze week verschijnt. Een meer systemische benadering als basis voor de samenwerking voor de verschillende domeinen wordt daarmee nog meer van belang.
Samenwerking
Hogeschool Viaa, Christelijke Hogeschool Ede en Driestar Educatief hebben in opdracht van CEPM (Center of Expertise Persoonlijk Meesterschap) onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op de slaagkansen van samenwerking tussen Onderwijs en Jeugdhulpverlening. Het project Persoonlijk Meesterschap in het brede jeugddomein probeert in kaart te brengen wat er nodig is voor een goede samenwerking tussen professionals uit het onderwijs en de jeugdhulpverlening om kinderen met gedrags- of gezinsproblemen optimaal te ondersteunen vanuit een gemeenschappelijke focus op het ontwikkelingsperspectief van het kind.
Het project bestaat uit een onderzoek onder professionals uit beide domeinen en ouders en zal onder meer gebruikt worden voor het ontwikkelen van onderwijsaanbod in de vorm van een Minor Samenwerking in het brede jeugddomein en nascholingsaanbod.
Dit project zal ondermeer gebruikt worden voor het ontwikkelen van onderwijsaanbod in de vorm van een Minor Samenwerking in het brede jeugddomein en nascholingsaanbod. En laat nou net bovenstaande uitkomsten voldoende mogelijkheden bieden aan deze drie onderwijsinstanties (Hogeschool Viaa, Christelijke Hogeschool Ede en Driestar Educatief) om zo’n nascholingsaanbod voor professionals te ontwikkelen en op de markt te zetten. Precies waar bovenstaande onderwijsinstanties behoefte aan hebben. Volgens mij kunnen we zo’n onderzoek gerust met een korreltje zout nemen. In opdracht van CEPM? Diezelfde hogescholen hebben dit CEPM opgericht. 😉