Zwolle – Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan nadat de Amerkanen de steden Hiroshima en Nagasaki met een atoombom hadden weggevaagd. De Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië was ten einde.
Al voor de 28ste keer werden donderdag in Zwolle de slachtoffers van deze oorlog in Oost-Azië herdacht bij het Indië- en Nieuw Guinea-monument in Park Eekhout. Bezoekers namen plaats op de stoeltjes onder de grote kastanjeboom bij de fonteinvijver of gingen achter de hekjes staan. De veteranen uit verschillende legeronderdelen met rode, zwarte, groene, blauwe, grijze of bruine baretten namen hun posities in en de vlag hing halfstok. Het koperenensemble Excelsior uit Westenholte opende de plechtigheid.
Ceremoniemeester Jeffrey Satoor de Rootas nam het woord: “Elke dag in vrije lucht kunnen leven is geen vanzelfsprekendheid. Anderen hebben hier de hoogste prijs voor betaald. Elders moet deze vrijheid nog dagelijks worden bevochten. Deze vrijheid moeten wij koesteren en daarom herdenken wij.” Vervolgens las de bekende schrijfster Marion Bloem met haar Indische achtergrond haar “Geen requiem” voor over haar ouders, die Nederlands-Indië moesten ontvluchten naar het verre koude Holland. “ ‘Jullie hebben nooit honger gekend’ hoorden onze ouders koud aan wal, omdat ze niet dol op hutspot waren. Ze aten wat de Hollandse pot verschafte en na jaren pension bakten ze op een dag in eigen keuken vol vreugde hun nasi nostalgie met trassi. Veel knoflook.
Pedis.” Tijdens het voorlezen begon het te regenen. Marion Bloem: “De hemel huilt mee.” Op de voorste rij zaten de prominenten waaronder de Zwolse locoburgemeester René de Heer. Bloem: “Geef de locoburgemeester een paraplu anders wordt de ketting zo zwaar,” en zij vervolgde de herinneringen aan haar ouders. “ ‘Jullie hebben de oorlog niet meegemaakt’ hoorden ze vaak hun mond gesnoerd en ze snakten naar rijst, niet met melk boter suiker, maar met sajoer rindoe kankoeng kampoeng, desnoods met alleen ketjap en tjeplok. Misschien was onze oorlog zo erg nog niet, dachten onze ouders. Soedah laat maar. En ze slikten zuurkool als zoete koek. Zwegen.”
Generaal-majoor bd Leen Noordzij sprak namens de vereniging van oud-militairen Indië- en Nieuw Guineagangers. Hij herinnerde aan de vijftien Zwollenaren, die tijdens de “dekolonisatieperiode” van 45-49 in Indië het leven lieten. “Herdenken is onderdeel van het verwerken van het verlies. Maar ook nu vraagt vrede en veiligheid voortdurende aandacht. Dat is een plicht. De internationale orde lijkt in een snel tempo af te brokkelen en de lange periode van vrede en veiligheid lijkt onder druk te staan.”
Daarna nam Excelsior het weer over en met The Last Post werd de vlag gehesen en volgde een minuut stilte. Gevolgd door het Wilhelmus. Op de achtergrond het stadsrumoer. De regenbui was voorbij en alleen de bladeren van de kastanjeboom bleven nog wat nadruppelen. Locoburgemeester René de Heer las het gedicht ‘Straffeloos onder de palmen’ van Adriaan van Dis voor. De vader van deze schrijver had een zwaar trauma overgehouden aan zijn Indische tijd. Bij hem thuis stond de gesloten hutkoffer met Indische herinneringen op zolder, maar op zondag ging de koffer met “een schot” open. Vervolgens zong klassiek zanger Roy Henri begeleid door zijn vaste gitarist het indringende lied ‘family tree’ van Venice.
Aan het einde van de plechtigheid volgde de kranslegging. Namens het openbaar bestuur legden loco-commissaris van de koning Bert Boerman samen met locoburgemeester René de Heer een krans. Een roodgeel lint van de provincie en een blauwwit lint van de gemeente. Ook voor de omgekomen burgers, gesneuvelde militairen en koopvaardijpersoneel werden kransen gelegd. De Parkschool, die het monument in het park heeft geadopteerd, legde een bloemstuk. De plechtigheid werd afgesloten met een defilé, waaraan alle bezoekers konden deelnemen. In stilte bleven ze even bij de bloemenkransen staan; ieder met zijn eigen herinneringen.