Zwolle – Door de verbreding van de Kornwerdersluis in de Afsluitdijk kan het vervoer over water in de regio Zwolle een belangrijke impuls krijgen. De sluis wordt de komende jaren 11 meter verbreed en is in 2026 klaar. Door deze verbreding kunnen grotere schepen naar de regio komen. Het is de bedoeling dat Zwolle opnieuw een zeehaven wordt.
De ‘Port of Zwolle’ is het gezamenlijke havenbedrijf van Zwolle, Kampen en Meppel. Deze gemeenten werken samen wat betreft de economische ontwikkeling, promotie en exploitatie van het havengebied in de regio Zwolle. Er wordt momenteel gewerkt aan een Havenvisie waarin de plannen voor de komende 15 jaar worden uitgewerkt. Eind januari wordt hierover in de gemeenteraad gedebatteerd.
Aan het water en de havenfunctie heeft Zwolle zijn bestaan te danken. Zwolle ontstond aan het water. Dit water zou de bloei van onze stad mogelijk maken. De landwegen verkeerden lange tijd in erbarmelijke staat. Goederenvervoer over land was daardoor heel beperkt. Zwolle ligt aan het begin van het Zwarte Water. In tegenstelling tot de IJssel die moeilijker bevaarbaar werd, bleef het waterpeil in het Zwarte Water constant. De verbinding met de Zuiderzee bleef bevaarbaar. Aan deze verbinding heeft Zwolle mede zijn bloei in de tijd van de Hanze te danken.
Goederen werden hoofdzakelijk via het Zwarte Water en de Vecht aan- en afgevoerd. Zwolle had van oudsher het stapelrecht, een privilege uit 1438. Dit stapelrecht hield in dat alle goederen die de stad passeerden verhandeld moesten worden op de stapelmarkt. Een belangrijk artikel op de Zwolse stapelmarkt was Bentheimer steen. Deze steen werd tot aan Nordhorn over land vervoerd en vervolgens via de Vecht naar Zwolle. Verder ging het om veel meer goederen zoals rogge, huiden bier, huiden, linnen, hout en vee.
Scheepvaart op de Overijsselse rivieren was niet altijd goed mogelijk. De waterstand wisselde met de jaargetijden. In de winter konden de rivieren veranderen in onstuimige stromen en ’s zomers in beekjes.
Het Zwarte Water bleef in de loop van de tijd goed bevaarbaar. Behalve bij ‘Kijk in de Vecht’ waar veel slib en zand vanuit de Vecht werd aangevoerd. Dit zorgde voor een obstakel voor de scheepvaart. Voor Zwolle was het mede hierdoor belangrijk om een doorvaart naar de IJssel te hebben. Het zou zo’n 450 jaar duren voor de Willemsvaart een feit was. Kampen en Deventer zagen hun positie bedreigd en verzetten zich tegen de Zwolse plannen om een verbinding met de IJssel te graven. Vooral Kampen verzette zich hevig tegen een directe verbinding. Kampen zou minder tolgelden kunnen heffen. Zwolle deed al in 1361 een eerste verzoek aan de bisschop van Utrecht om een verbinding te mogen graven. Het is uiteindelijk Koning Willem I die het mogelijk maakt dat de Willemsvaart in 1819 feestelijk geopend wordt.
Verassend genoeg hadden Deventer en Doesburg nu wel een belang bij een verbinding van Zwolle met de IJssel. De vaart was van belang voor het vervoer van turf via de net aangelegde Dedemsvaart naar de steenfabrieken langs de IJssel.
Na zo’n 150 jaar voldeed de Willemsvaart met de kleine Katerveersluis niet meer aan de eisen van de scheepvaart. Er werd een nieuwe vaarverbinding gegraven. De eerste plannen daarvoor dateerden uit de periode 1950-1952. In 1955 werd in een structuurnota een nieuw uitbreidingsplan voor Zwolle bekend gemaakt. In dit plan was ook ruimte voor watergebonden bedrijvigheid. Van 1960 tot 1964 werd aan het Zwolle IJsselkanaal gewerkt.
Het Zwarte Water en het Zwolle-IJsselkanaal gaan mogelijk weer een belangrijke rol spelen in de economische ontwikkeling van Zwolle.