Zwolle – Burgemeester Peter Snijders vraagt met ‘warmte en genoegen’ aandacht bij het nieuwe kabinet voor de erkenning van het leed dat Molukkers is aangedaan. Zo reageerde hij op vragen van PvdA-fractievoorzitter Patty Wolthof in de raadsvergadering van maandag 29 maart.
Patty Wolthof stelde vragen omdat de PvdA uit gesprekken met leden van de Zwolse Molukse gemeenschap hoort dat erkenning van de Nederlandse regering veel voor hen zou betekenen. Daarnaast leeft in Zwolle de vraag of de gemeente wil onderzoeken een beschermde historische status te verlenen aan de begraafplaatsen van Molukse KNIL-militairen. Ook hier vroeg Wolthof hoe de burgemeester daartegenover staat. Hij zegde toe het overleg aan te gaan met de Molukse gemeenschap in Zwolle: “Ook in Zwolle is een belangrijke Molukse gemeenschap die ver teruggaat. Die geschiedenis zit nog steeds in de hoofden van de eerste, tweede en derde generaties. Erkenning is van groot belang. Ook om te laten zien dat de Nederlandse overheid die geschiedenis omarmt en daar aandacht en waardering voor zal hebben.”
Zondag 21 maart was het precies 70 jaar geleden dat de eerste Molukkers per boot in de Rotterdamse haven arriveerden. Het verblijf van deze inmiddels ex-KNIL-militairen en hun gezinnen in Nederland zou tijdelijk zijn, maar terugkeer naar de Molukken bleek onmogelijk gezien de politieke situatie. De Molukse gezinnen werden ondergebracht in voormalige concentratiekampen zoals Vught en Westerbork. Maar ook in de buurt van Zwolle, bijvoorbeeld in kamp Laarbrug in Ommen.
Vanaf de jaren zestig werd een grote groep Molukkers verspreid over Nederland gehuisvest, in Zwolle werd dat in Holtenbroek. Wolthof: “De inmiddels zeer kleine eerste, maar ook de tweede en derde en vierde generatie maken onmiskenbaar deel uit van onze Zwolse samenleving. De PvdA vindt het belangrijk dat hun verhalen verteld blijven worden, want die maken deel uit van een gedeelde geschiedenis. De gemeente kan daar ook een rol in spelen, bijvoorbeeld bij dit soort herdenkingen.”
Vorige week heeft een groep burgemeesters van gemeentes met een grote Molukse gemeenschap de oproep gedaan aan het nieuwe kabinet om het leed dat deze groep is aangedaan eindelijk te erkennen en deze gemeenschappen te ondersteunen. Die burgemeesters stellen: “Het zou het nieuwe kabinet sieren om het bijzondere historische moment dit jaar aan te grijpen om tegenover de Nederlandse samenleving te erkennen dat de wijze van ontvangst en opvang destijds Nederland onwaardig is geweest en dat dit diepe sporen heeft nagelaten tot op de dag van vandaag.” Burgemeester Snijders zei tijdens de raadsvergadering maandag 29 maart dat hij, als hij geweten had van deze oproep, deze graag op voorhand had gesteund.
Daarnaast vinden de burgemeesters dat er vanuit het kabinet ook meer geïnvesteerd moeten worden in de Molukse gemeenschap. Hierbij gaat het om versterking van de Molukse identiteit, cultuur en geschiedenis, maar ook indien nodig om versterking en ondersteuning op sociaal en economisch gebied. Daarbij valt te denken aan projecten om de Molukse geschiedenis in het onderwijs in te passen, meer aandacht voor Molukse ouderen, het versterken van jongerenwerk in de wijken en tentoonstellingen en projecten om de Molukse cultuur levend te houden.
