Zwolle – Leerlingen van gymnasium Celeanum hebben donderdag stilgestaan bij de Joodse Zwollenaren die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar de vernietigingskampen zijn gedeporteerd. Bij het monument de Rozenboom in de tuin van het oude Celeanum werden bloemen gelegd. Wethouder Ed Anker deed dit namens de gemeente Zwolle.
De wethouder en leerlingen verzamelden zich donderdagmiddag op de Westerlaan bij de huidige locatie van het gymnasium. Vervolgens liepen ze in een stille tocht naar het oorlogsmonument in de tuin van het oude schoolgebouw van het Celeanum aan de Veerallee. Bij de Rozenboom lieten leerlingen foto’s zien van de gedeporteerden terwijl ze hun naam opnoemden. Historicus Jaap Hagedoorn vertelt dat de Duitsers het Joodse volk wilden uitroeien. Daarom kregen gedeporteerden bij aankomst in de kampen een nummer. “Wat jullie vandaag gedaan hebben is heel belangrijk,” zegt Hagedoorn. “Jullie hebben deze mensen weer een naam en gezicht gegeven. Vergeet dat nooit meer!”
De Rozenboom werd in 2008 onthuld ter herinnering aan 2 oktober 1942. Toen werden ruim tachtig Zwollenaren vastgehouden in de gymzaal van de school. Het waren voornamelijk vrouwen en kinderen van Joodse mannen die gedwongen werkten in Nederlandse kampen. Een dag later werd de groep onder het mom van gezinshereniging naar Westerbork gebracht. Enkelen van hen wisten te ontsnappen en overleefden de oorlog. De rest van de groep belandde in de vernietigingskampen. Slechts één van hen overleefde.
JFVD-ers? Dan was het hun verdiende loon.
Maar kamp Westerbork en (J)FVD bestaan nog steeds toch? Ik zeg dusssss. Ruud Lubbers was er in 1993 al voorstander van. Ik moet zeggen bij nader inzien was het toch niet zo n slecht plan. Alsog zsm invoeren.
Bijna een halve eeuw later tapte toenmalig premier Ruud Lubbers nog steeds uit hetzelfde vaatje. In 1993 pleitte de christen-democraat voor strafkampen voor veroordeelde, criminele jongeren, inclusief kazernes en beroepsmilitairen. Heel wat minder aandacht was er vier jaar later voor de evaluatie van de ‘Lubbers-kampementen’. Het grootste deel van de jongeren was voortijdig afgehaakt; de nieuwe aanpak leverde weinig op. Het weerhield Lubbers’ opvolger Wim Kok er eind jaren negentig niet van het idee van kampen voor jongeren opnieuw in overweging te nemen.
Hij stond en staat daarin niet alleen. Drilkazernes, tuchtscholen, strafkampen: stuk voor stuk termen die de afgelopen jaren de revue passeerden. De Amsterdamse hoofdcommissaris Kuiper pleitte in 1998 al voor ‘verbeterkampen’. Hans de Boer, oud-voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, sprak enkele jaren terug over zogeheten prepcamps, waar probleemjongeren gedrild zouden worden door een sergeant. ‘Voor twee jaar opsluiten op een eiland’, suggereerde een Amsterdamse D66-politicus bij een andere gelegenheid.