Drie dagen eerder vierde Jeandré D. uit Emmen zijn achttiende verjaardag, maar blij is hij niet. Hij heeft goederen besteld bij online-winkels en deze nooit betaald. Hij moest snel geld verdienen om zo’n 1.000 euro aan schulden af te betalen. De Emmenaar besluit om naar een minderjarige vriend in Zwolle te gaan.
Op Snapchat heeft het duo dan al besloten om iemand te gaan overvallen. Een minderjarige Zwollenaar wordt die avond het slachtoffer van een brute straatroof in het stikdonkere Park de Wezenlanden. Het gebeurde allemaal in de avond op zaterdag 19 november 2022. De jonge Emmenaar moest zich donderdag verantwoorden in de Zwolse rechtbank.
Gewoon iemand overvallen
Samen met zijn minderjarige vriend, die dichtbij het stadspark woont, ging D. naar het donkere Park de Weezenlanden. Bij een bruggetje gingen ze met bivakmutsen op aan weerskanten van het fietspad staan. “We gingen gewoon iemand overvallen,” zegt Jeandré. “Wie, maakte ons niet uit, als het maar geen vrouw of minderjarige was.”
De rechter wil weten waarom hij geen minderjarig slachtoffer wilde maken. Het blijkt geen principekwestie te zijn. D. wilde het ID-bewijs van het slachtoffer doorverkopen en dan had hij niets aan minderjarigen. “Vrouwen zijn meer gevoelig, emotioneel enzo,” voegt D. aan zijn uitleg toe.
Na een kwartiertje wachten in het park, zien ze iemand aan komen fietsen. In de leeftijd vergissen zich, het is een minderjarige Zwollenaar die onderweg is naar een feestje bij vrienden. Jeandré trekt de jongen van de fiets en sist hem toe dat hij rustig moet blijven en alles moet afgeven wat hij bij zich heeft. Als het slachtoffer op de grond ligt pakken de jonge straatrovers hem zijn portemonnee en telefoon af. D. zegt tegen zijn vriend dat hij de fiets mee moet nemen. Ze kiezen het hazenpad en gaan naar de woning van de minderjarige overvaller.
Telefoon verloren
Het slachtoffer wordt elders door mensen opgevangen en de politie wordt gewaarschuwd. De twee overvallers zitten dan al op de slaapkamer de buit te bekijken. In de portemonnee zitten pasjes en 10 euro aan contant geld. Ze ontdekken dat hun slachtoffer nog geen 18 jaar is en knippen zijn ID-bewijs doormidden.
Dan ontdekt de jongste straatrover dat hij zijn telefoon is verloren. Hij gaat weer naar buiten en zoekt, met de zaklamp van de telefoon van D., naar zijn telefoon. Agenten zien hem en houden hem aan. Als ze de jonge Zwollenaar fouilleren ontdekken ze een groot zwaard-achtig mes.
De agenten komen dan al snel bij de woning terecht, waar ze op de slaapkamer Jeandré D. aantreffen. Ook hij is dan in bezit van een flink mes. De agenten vinden de gestolen spullen van het slachtoffer. In de prullenbak liggen de kapotgeknipte pasjes. De rechter wil weten of D. en zijn vriend gewapend waren tijdens de overval. Jeandré ontkent dat.
Impact op gezin
Ontkennen doet hij niet als het gaat om de brute overval. Direct na zijn aanhouding gaf hij bij de politie grif toe wat hij gedaan heeft. Hij heeft ook spijt van zijn actie. De Emmenaar heeft geen al te groot strafblad, ooit kreeg hij een boete voor een mishandeling. Het was ook de eerste keer dat hij besloot om iemand te overvallen. “De eerste overval en zo snel gepakt worden, hoe voelde dat?” Het antwoord van D. is kort maar krachtig: “Dom.”
De vader van het slachtoffer leest vervolgens een slachtofferverklaring voor. “Mijn grootste angst is dat mijn kinderen iets overkomt waar ik hen niet tegen kan beschermen,” zegt hij tegen de rechters. En dat is volgens hem precies wat die avond is gebeurd. De overval heeft grote impact gehad op het hele gezin. Zijn overvallen zoon is sindsdien bang in het donker en gaat niet graag meer alleen over straat.
“Een onbevangen puber die nu wakker ligt en het vertrouwen in andere mensen is verloren.” Hij spreekt zijn dank uit voor het kordate optreden van de Zwolse politie en de mensen die zijn zoon net na de overval hebben opgevangen.
Hij kijkt D. aan en vraagt: “Waarom? Voor een oude telefoon, een lege portemonnee en een studentenfiets?” Haatdragend is de vader niet. Hij hoopt dat Jeandré zijn lesje heeft geleerd en er gerechtigheid komt.
Stok achter de deur
“Daar sta je dan als slachtoffer in een donker park, geen spullen meer en geen telefoon,” zegt de officier van justitie. “Dat moet heel beangstigend zijn.” Ze vervolgt: “Een gevangenisstraf zou niet gek zijn, maar ik ga dat niet vragen. De officier vindt dat Jeandré gestraft moet worden volgens het jeugdrecht.
“De straf moet desondanks fors zijn met een flinke stok achter de deur.” Het OM eist een taakstraf van 120 uur met 2 maanden voorwaardelijke jeugddetentie. Dit met een proeftijd van 2 jaar. “Als de rechtbank de eis overneemt hoop ik dat Jeandré beseft dat hij een tweede kans krijgt,” aldus de officier.
De advocaat van D. kan zich grotendeels vinden in de eis van het OM. Ze vraagt de rechters wel om de straf te matigen. Jeandré D. zou graag met het slachtoffer in gesprek willen gaan. Het slachtoffer, aanwezig in de rechtbank, stemt daarmee in. De minderjarige medeverdachte van D. verschijnt volgende maand voor de kinderrechter.
In de zaak van de Emmenaar doet de rechtbank over twee weken, op 22 juni, uitspraak.