Stel dat in 2044 een van mijn kleinkinderen benaderd wordt door iemand die vertelt dat haar of zijn vader enorm gekwetst is door en column die ik in 2024 had geschreven. Om verdere escalatie te voorkomen had die vader daarover nooit met mij, de schrijver, contact opgenomen.
Mijn kleinkinderen waren zich in 2024 nog niet eens bewust van het feit dat hun opa ‘verhaaltjes’ schreef, en intussen is opa niet meer in het land der levenden, dus kan niet meer bevraagd worden.
Is het dan een goede zaak dat die kleinkinderen hun excuses voor het gedrag van wijlen hun opa aanbieden, met de intentie de last die die vader met zich draagt te verlichten?
Ik heb daar niet een goed antwoord op. Mijn gevoel zegt namelijk dat excuses voor 100 procent gemeend moeten zijn. Anders werken ze niet. Je moet, denk ik, kunnen doorvoelen hoe er in het verleden door grootvader aan de ene kant en vader aan de andere kant gevoeld en gedacht werd.
Kan een tweede of derde generatie dat in alle eerlijkheid? Zoals gezegd, heb ik daar mijn twijfels over.
Ik las in de NRC van 19 april een artikel dat ging over de excuses die de Gemeente Roermond aanbiedt voor de houding tijdens en na de Jodenvervolging. De burgemeester in oorlogstijd was pro-Duits. “Kil en onverschillig,” noemt de tegenwoordige Roermondse burgemeester de houding van bestuurders en ambtenaren in haar stad tijdens en na de Jodenvervolging. Ze biedt er, namens het huidige college van de Midden-Limburgse stad, excuses voor aan.
Ik zou me, geloof ik, gelukkiger voelen als er tegen de slachtoffers en/of nazaten van hen gezegd zou worden dat er door onze generatie met hen wordt meegeleefd, een luisterend oor en waar nodig hulp wordt geboden. Niemand heeft iets aan een quasi-spijtbetuigingen, want echte spijt kun je doorvoelen. Bij iets wat je zelf niet hebt meegemaakt is dat heel, heel lastig.
In deze tijd van herdenken is het misschien goed te beseffen dat het aan vele kanten schuurt en vaak pijn doet. Door slachtoffers worden ook onschuldigen als daders beschouwd. We hoeven maar naar de NSB-kinderen te kijken om daarvan het bewijs te zien.
‘Opdat wij niet vergeten’ is in deze weken een veel gebruikte zin. Volgend jaar, tachtig jaar na het Nederlandse einde van de Tweede Wereldoorlog, zou die zin aangevuld kunnen worden tot: ‘Opdat wij niet vergeten en leren te vergeven’.