“Maar liefst 408 vooral negatieve reacties ontving Overijssel op het plan om de bouw van tientallen windturbines in de provincie mogelijk te maken.” Ik las het op de website van De Stentor. Wat speelt er? Gemakshalve citeer ik gedeelten die in De Stentor te lezen zijn.
De windturbines zijn nodig omdat Overijssel heeft beloofd in 2030 2 terawattuur (TWh), gelijk aan het stroomverbruik van 650.000 huishoudens per jaar, aan windenergie op te wekken. Daarmee vermindert, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, de uitstoot van CO2.
Momenteel is in Overijssel voor ongeveer 0,22 TWh aan windenergie gerealiseerd. Afhankelijk van het type windturbine – met name de hoogte – en de locaties waar de turbines komen, moeten er 60 tot 135 exemplaren bijkomen. In Twente staat er nog niet één.
Enkele Twentse gemeenteraden vinden dat de provincie op hun stoel gaat zitten, door besluiten te nemen over windturbines. Dan gaat het bijvoorbeeld om Enschede, Dinkelland, Wierden en Rijssen-Holten. Daarover zeggen Gedeputeerde Staten dat gemeenten ook zelf hun zoekgebieden mogen aanwijzen of hadden mogen aanwijzen.
Dat hebben Enschede, Wierden en Dinkelland niet gedaan. Daardoor gaat Overijssel er nu zelf over besluiten. De provincie is namelijk wettelijk gezien het ‘bevoegd gezag’ dat over de vergunningen voor windturbines beslist. En omdat GS vinden dat de turbines eerlijk verdeeld moeten worden over Twente, krijgen ook Enschede, Wierden en Dinkelland er enkele toebedeeld. Einde van het citeren.
Mij, als Zwollenaar maar zeker ook als inwoner van Overijssel, bekruipt niet zelden het gevoel dat men in het oosten van onze provincie, ook wel Twente genoemd, denkt en wellicht ook voelt, dat er in een dertiende provincie gewoond en geleefd wordt. Anders gezegd, misschien wel te veel Twents en te weinig Overijssels gedacht wordt. Persoonlijk vind ik RTV Oost daar ook een voorbeeld van. Als inwoner van West-Overijssel herken ik me zelden in hun programma’s en berichtgeving. De naam van die Overijsselse omroep spreekt daaromtrent boekdelen.
Provincies stellen regels en hebben budgetten. Daar wordt, op het provinciehuis hier in Zwolle, over besloten door afgevaardigden, ook gekozen door inwoners van Enschede, Wierden en Dinkelland, om er willekeurig een paar te noemen.
Wil men anders, houdt dat vaak in dat er, zoals het heet, een ’te grote broek’ wordt aangetrokken. In elke broek, ’t is een typisch nadeel, kan het wel eens te winderig zijn.