Zwolle – Om grip te krijgen op de onderwijshuisvesting heeft de gemeente Zwolle samen met de Zwolse schoolbesturen een masterplan onderwijshuisvesting opgesteld. Dit plan biedt een toekomstperspectief voor de onderwijshuisvestingvraagstukken richting 2020 en moet meer transparantie, grip, sturing en monitoring op dit complexe onderwerp bieden.
Zwolle is een onderwijsstad, er is veel en gevarieerd onderwijs. De stad groeit hard en dat heeft zijn weerslag op het aantal leerlingen en de benodigde huisvesting voor het onderwijs. De gemeente heeft een wettelijke zorgtaak voor het verschaffen van huisvesting voor scholen in het primair, het voortgezet en speciaal onderwijs. De afgelopen jaren kenden de investeringen voor onderwijshuisvesting een grillig verloop, de afwegingen en besluitvorming vonden te veel ad hoc plaats. Het masterplan geeft naast de actuele leerlingenprognoses en gebouwgegevens de relevante (beleids-) ontwikkelingen op het gebied van onderwijshuisvesting weer. Daarbij zijn ook de knelpunten en wensen voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs in beeld gebracht.
Driedeling
Om grip te krijgen op de onderwijshuisvesting bevat het masterplan een richtinggevend toekomstperspectief met een driedeling in:
· de huidige situatie die uitgaat van handhaving van de huidige praktijk waarbij de gemeente jaarlijks de huisvestingsaanvragen afwacht en beoordeelt (reactief). Hiervoor is aanvullend aan structurele jaarlast minimaal €461.883 nodig;
· de gewenste situatie, waarbij meerjarig richting 2020 voldoende huisvestingscapaciteit is (actief). Hiervoor is aanvullend nodig van €682.893 in 2011 tot €3.219.433 in 2020.;
· ambitie, waarbij niet alleen wordt voorzien in voldoende capaciteit maar waarbij de locaties ook goed van kwaliteit zijn en duurzaam. Daarvoor is aanvullend een bedrag nodig van €574.950 in 2011 tot €5.886.600 in 2020. Deze pro-actieve benadering speelt meer in op toekomstige onderwijskundige en maatschappelijke ontwikkelingen.
Met de driedeling is geprobeerd op een overzichtelijke manier de consequenties van de te maken keuzes in beeld te brengen. Binnen deze driedeling zijn inhoudelijke visies bepaald. De perspectieven in deze visies vormen uiteindelijk het afwegingskader voor de bestuurlijke keuzes op het terrein van onderwijshuisvesting.
Het college heeft vragen van D66 over onderwijshuisvesting beantwoord:
Wij stellen u voor kennis te nemen van:
De beantwoording van de door de fractie van de D??66 gestelde artikel 45 vragen inzake uitgaven onderwijshuisvesting.
De Algemene Onderwijsbond heeft onderzoek gedaan naar de uitgaven die gemeenten doen voor onderwijshuisvesting. Uit het onderzoek (www.hoegulismijngemeente.nl) blijkt volgens de AOB dat Zwolle in 2009 minder heeft uitgegeven aan onderwijshuisvesting dan de Rijksbijdrage voor dit beleidsveld. Naar aanleiding van de publicatie van dit onderzoek heeft de fractie van de D??66 heeft op 1 februari jl. een aantal artikel 45 vragen gesteld over de uitgaven voor onderwijshuisvesting.
Hieronder treft u de vragen en de antwoorden daarop.
Vraag 1:
Hoeveel heeft de gemeente Zwolle in 2009 uitgegeven aan onderwijshuisvesting en hoeveel heeft de gemeente van het Rijk ontvangen?
Antwoord:
De totale uitgaven voor onderwijshuisvesting in 2009 bedroegen ??. 13,55 miljoen. Zie voor een onderbouwing het antwoord op vraag 2.
De door de AOB berekende inkomsten onderwijshuisvesting die de gemeente Zwolle via de Algemene uitkering Gemeentefonds ontvangt, zijn in grote lijnen correct.
Voor het jaar 2009 is door de AOB een bedrag berekend van ?? 14,755 miljoen. Dit is een raming. Er worden landelijk meerdere berekeningsmodellen gebruikt. De PO-Raad gebruikt een vergelijkbare. Het betreft benaderingen, een exacte berekening niet mogelijk.
Dat houdt verband met het karakter van de Algemene uitkering Gemeentefonds. Zoals al uit de omschrijving blijkt is het een algemene uitkering en dus geen bundel gespecificeerde doeluitkeringen.
De gemeente is volledig vrij in de bestedingskeuzes van deze van het rijk ontvangen middelen. Dat het rijk bij de bepaling van de hoogte van de Algemene uitkering die iedere gemeente ontvangt, gebruik maakt van allerlei verdeelmaatstaven (bv. het aantal leerlingen) en de uitkering opdeelt in clusters (bv. educatie) doet daar niets aan af. Hoe de gemeente de middelen van de Algemene uitkering dus wil inzetten, is een afweging die de gemeente zelf maakt op basis van de feitelijke omstandigheden in de betreffende gemeente.
Vraag 2:
Welke gegevens zijn aan het CBS verstrekt?
Antwoord:
De OAB gaat uit van de cijfers van het CBS. Om de berekening van de uitgaven te maken, baseert het CBS zich op een aantal uitgavenrubrieken waarvoor de input door de gemeenten wordt aangeleverd. Als een gemeente dus uitgaven voor Onderwijshuisvesting in andere rubrieken heeft ondergebracht dan worden die niet meegenomen in de berekening van het CBS. Hiervan is sprake voor wat betreft de CBS-cijfers van de gemeente Zwolle.
De door het CBS gehanteerde uitgavenrubrieken laten voor de gemeente Zwolle het volgende beeld zien:
-Openbaar basisonderwijs; huisvesting??. 3,03 mln
-Bijzonder basisonderwijs; huisvesting ??. 3,10 mln
-Openbaar (vrtg.) spec.onderwijs; huisvesting??. 0,74 mln
-Bijzonder (vrtg.) spec.onderwijs; huisvesting??. 1,79 mln
-Openbaar voortgezet onderwijs; huisvesting??. 0,80 mln
-Bijzonder voortgezet onderwijs; huisvesting??. 0,69 mln
??.10,15 mln
In deze CBS cijfers blijken echter niet alle Zwolse uitgaven te zijn meegenomen die betrekking hebben op Onderwijshuisvesting.
Aan het bovengenoemde bedrag van ??. 10,15 miljoen moeten de volgende uitgaven toegevoegd worden die nu in een andere rubriek zijn opgenomen:
-Sloop noodlokalen??. 0,1 mln
-huur van schoolgebouwen??. 1,2 mln
-kapitaallasten van (maatregelen aan) schoolgebouwen??. 0,7 mln
-huisvestingsvergoedingen schoolgebouwen??. 0,7 mln
-huisvestingsvergoedingen gymlokalen??. 0,7 mln
??. 3,4 mln
In totaliteit is in 2009 dus ?? 13,55 miljoen uitgegeven aan onderwijshuisvesting.
De op de site van de OAB aangegeven uitgaven onderwijshuisvesting door de gemeente Zwolle zijn derhalve niet correct. Op basis van de juiste vergelijking besteedt de gemeente Zwolle dus 92% van de via het Gemeentefonds ontvangen middelen voor Onderwijshuisvesting aan uitgaven Onderwijshuisvesting en geen 71% zoals gesteld door het OAB.
Vraag 3:
Is er sprake van een afwijkingen van de CBS opgaven ten opzichte van de begroting en de jaarrekening en zo ja hoe kan dat?
Antwoord:
Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij naar de beantwoording van vraag 2.
De geschetste situatie is niet uniek voor Zwolle en ook als zodanig door de VNG onderkend.
Vraag 4:
Op de site http://www.hoegulismijngemeente.nl van de AOB ⤽ wordt een ambtenaar van de gemeente Zwolle geciteerd die schrijft: ⤽Wat ons betreft kunnen de gegevens niet kloppen.⤝. Klopt die constatering en zo ja; wat zijn dan wel de juiste gegevens?
Antwoord:
De op de site verwerkte reactie was gebaseerd op de omvang van de begrote uitgaven van de gemeente Zwolle onderwijshuisvesting voor 2010. Deze gegevens zijn ook aangegeven op de site. Daarnaast is de reactie gebaseerd op de opgenomen percentages van andere gemeenten die vraagtekens zetten bij de nauwkeurigheid van het onderzoek van de AOB.
Vraag 5:
Als de gegevens uit het onderzoek van de AOB niet kloppen, welke mogelijkheden ziet u dan om de negatieve beeldvorming aan te passen?
Antwoord:
Wij zullen de AOB benaderen en de correcte cijfers op de site laten opnemen. Bovendien zal er kritisch gekeken moeten worden naar de aanlevering van de juiste cijfers door de gemeente Zwolle aan het CBS. De begroting 2010 zal op sommige punten aangepast moeten worden om de goede informatie aan het CBS aan te kunnen leveren.
Burgemeester en wethouders van Zwolle,
de burgemeester, H.J. Meijer
de secretaris, O. Dijkstra