Zwolle – Hoe kunnen gemeenten en het onderwijs samenwerken als het gaat om de invoering van passend onderwijs en de transitie Jeugdzorg? Op welke wijze versterken zij elkaar zodat de jongeren er baat bij hebben? Deze twee vragen staan centraal bij een proef die de gemeenten in de regio IJsselland en vier voortgezet onderwijsinstellingen begin volgend jaar starten.
Vanaf 1 augustus 2014 is het onderwijs verantwoordelijk voor het bieden van een passende onderwijsplek aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, de gemeenten zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. “Deze twee organisaties hebben alles met elkaar te maken, maar zijn nog niet volledig op elkaar afgestemd. Daarom is het zo belangrijk om in de aanloop er naartoe de verantwoordelijkheden en rollen duidelijk te krijgen en afspraken te maken. Om zo tot een gezamenlijke aanpak te komen die ouders en kinderen op een praktische manier ondersteuning en hulp biedt”, aldus wethouder Filip van As.
Het proefproject gaat specifiek in op de toewijzing van zorg, de organisatie daarvan en het realiseren van combinaties tussen onderwijs en jeugdzorg. De gemeenten en het onderwijs willen de ondersteuning organiseren door een zogenaamd één-loket in het leven te roepen. Hier kunnen kinderen, maar ook ouders terecht met vragen. In de beantwoording wordt een verbinding gelegd tussen de ondersteuning op school en de ondersteuning thuis.
De regio IJsselland krijgt van de ministeries van VWS en OCW een subsidie om voor het proefproject. In het najaar van 2014 wordt de proef geëvalueerd.
In de Regio IJsselland werken de gemeenten Kampen, Steenwijkerland, Staphorst, Zwartewaterland, Dalfsen, Ommen, Hardenberg, Olst-Wijhe, Raalte, Deventer, Hattem en Zwolle samen. De vier scholen die de aan het proefproject meewerken zijn: Almere College Kampen, Carmel College Raalte, Thorbecke Scholengemeenschap Zwolle, Meander College Zwolle.
Prima inititiatief.
Zorg dat ouders en uitvoerders vanaf het begin mee kunnen denken en invloed kunnen uitoefenen.
Voorkom problemen in de bestuurlijke afbakening.
Zorg voor goede voldoende opgeleide mensen.
en vergeet het woord van de kleine mens niet.
Goed onderwijs voor alle kinderen, en ze moeten zelf aan kunnen gevenm waar ze voor willen leren. tussen niveau 2. 3 of 4. als het niet anders kan moet niveau 1 ook kunnen