Johan hoorde stem in zijn hoofd en stak zijn huis in brand in Zwolle-Zuid

|   Laatste wijziging

Foto: Peter Denekamp

Zwolle – De rechtbank heeft dinsdag besloten dat Johan R. (61) niet langer in de gevangenis hoeft te zitten. Hij wordt morgen verplicht opgenomen op een gesloten afdeling van een GGZ-instelling. Op de vroege ochtend van 27 oktober vorig jaar stak hij zijn huis aan de Schepenenlaan in Zwolle-Zuid in brand.

Als Johan R. die ochtend wakker schrikt ligt hij verstijfd op bed. In zijn hoofd hoort hij een stemmetje zeggen dat hij het vuurtje moet aanwakkeren. “Ik voelde me bedreigd en heb wasgoed onder een dekbed in brand gestoken.” Daarna verlaat hij de woning en wil naar een goede bekende gaan. Als zij niet thuis blijkt te zijn, loopt hij naar het nabijgelegen winkelcentrum en spreekt mensen aan. Hij vraagt ze om de politie te bellen. In het winkelcentrum wordt hij door agenten aangehouden terwijl brandweerlieden de vlammenzee in zijn woning blussen.

Sinds zijn aanhouding zit hij vast in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum in Zwolle. Door de behandeling voelt Johan zich inmiddels een stuk beter. Hij krijgt er goede medicatie en werkt goed mee. Het leven in de gevangenis valt hem zwaar. “Ik zou graag willen dat ik de gevangenismuren niet meer hoef te zien.” Het gebrek aan activiteiten in de gevangenis en het moeten aanhoren van de stoere praat van andere gedetineerden zit hem dwars. Deskundigen van het psychiatrisch centrum bevestigen in de rechtbank dat het beter met hem gaat. Zij stelden vast dat de brandstichting hem niet is aan te rekenen. Hij verkeerde toen in een psychotische toestand door schizofrenie met hallucinaties.

De getuigen-deskundigen bevelen dan ook een zorgmachtiging voor de GGZ aan. De officier van justitie neemt de conclusie van de deskundigen over. “Door de brandstichting is gevaar ontstaan voor omwonenden en daar staan normaal flinke straffen op,” aldus de officier. Echter omdat Johan R. destijds volledig ontoerekeningsvatbaar was vraagt ze de rechtbank om ontslag van rechtsvervolging. Dat er iets moet gebeuren staat volgens haar buiten kijf. Ze vraagt de rechtbank om een zorgmachtiging voor zes maanden af te geven. Omdat het volgens haar voor Johan R. beter is om zo snel mogelijk opgenomen te worden in een GGZ-instelling vraagt ze de rechtbank om niet twee weken te wachten met de uitspraak over de zorgmachtiging. “Dan komt er voor hem ook een einde aan het zien van die gevangenismuren.”

Johan R. en zijn advocaat kunnen zich prima vinden in een gedwongen opname in een GGZ-instelling. R. reageert opgetogen als hij van de getuige-deskundige van Dimence hoort dat hij er morgenochtend al terecht zou kunnen op de gesloten afdeling in Zwolle. Na een korte schorsing besluiten de rechters dat de voorlopige hechtenis van Johan R. morgen wordt opgeheven en hij opgenomen wordt bij Dimence. Een zorgmachtiging duurt maximaal zes maanden. Deze kan daarna keer op keer verlengd worden.

Over twee weken doet de rechtbank uitspraak over de brandstichting. Dit baart Johan R. zichtbaar zorgen. Hij is bang dat hij na een paar weken bij Dimence weer terug moet naar de gevangenis. “De officier heeft gevraagd om ontslag van rechtsvervolging,” legt de voorzitter van de meervoudige strafkamer hem nog een keer uit. “Ik kan nu nog niet vooruitlopen op de uitspraak, maar ik zou me niet al te veel zorgen maken dat u weer terug moet naar de gevangenis.”

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)