Landstede Hammers heeft woensdagavond de eerste play-off-wedstrijd tegen Aris Leeuwarden met 98-101 verloren. De Zwollenaren moeten vrijdag in ’t Kalverdijkje winnen om zicht te houden op de halve finale.
De Friezen schieten in het Theater van de Sport akelig zuiver. In de eerste helft staat er 71% en aan het eind 61% op het sheet. Daar zijn twee hoofdredenen voor aan te wijzen. The Hammers proberen het lengtegevaar van Shaquille Doorson te beteugelen om via een zone de passlijn naar hem af te schermen. Dat lukt matig: Shaquille komt tot negentien punten met maar liefst vier spetterende dunks.
Doordat de thuisploeg dicht op de basket speelt, komen de Friese schutters vaak vrij te staan. De Kalverdijkers gebruiken niet de hoeken van het veld, maar schieten links en rechts net buiten de bucket in volledige vrijheid na een eenvoudige switch hun driepunters raak. De Zwolse Emmenthaler verdedigingskaas is debet aan de nederlaag.
Het Zwolse aanvalsspel kan wel bekoren. Na de 51 punten in Hasselt staat het geschut nu een stuk beter afgesteld. The Hammers spelen gevarieerder dan hun tegenstrever, maar maken geen gebruik van hun reboundoverwicht. De acht extra rebounds en tien extra schoten leveren door het toch lagere schotpercentage niet het gewenste resultaat op. Met 54% en 98 punten mag je tevreden zijn, maar een overwinning levert het desondanks niet op.
Vooruit kijken
De Zwollenaren laten zich eenvoudigweg de kaas van het brood eten door het lagere schotpercentage en de lagere intensiteit in de eerste helft. Daarvan lijkt de ploeg zich terdege bewust. Een uur na de wedstrijd staat Duje Dukan nog altijd driepunters te schieten met bewegingen om vrij te komen. In de wedstrijd schiet hij zes op tien binnen de lijn, maar buiten de driepuntlijn heeft hij geen enkele poging.
Dragos Diculescu stelt de supporters en zichzelf gerust door te stellen dat het vrijdag goed komt. Roel van Overbeek wil graag tegen ZZ Leiden in het strijdperk treden, maar focust zich nu al volledig op vrijdagavond acht uur. De ploeg heeft en wil iets recht zetten, zodat zondag de beslissende wedstrijd om twee uur in Zwolle gespeeld kan en mag worden.
Er ontwikkelt zich een razendsnelle wedstrijd waarbij Aris-coach Vincent van Sliedrecht een uitgekookt wedstrijdplan heeft uitgedacht. Daarbij wordt hij direct geholpen door het onzekere arbitrale trio die start met een onbegrepen fout voor Arnaldo Toro Barea die weggeduwd wordt door Shaquille Doorson en daarvoor een fout incasseert. Arnoldo houdt zich vervolgens in en Doorson kan doorstomen naar de basket voor een volgende score.
Aan Zwolse zijde heeft Coen Stolk zijn scorend vermogen hervonden. Hij komt back door of draait zich slim vrij om vervolgens eenvoudig af te drukken. De ploegen houden elkaar in evenwicht, maar omdat good old Jason Dourisseau tweemaal voor lopen wordt afgefloten en The Hammers maximaal profiteren staat het 25-21 na het eerste kwart.
In het tweede kwart valt – naar later blijkt – de beslissing. Tom Kubank schiet zeer goed, guard Karthon Ross is van afstand trefzeker en Keevan Veinot is een plaag voor de Zwolse verdediging. Eerst schiet de uitstekende Felix Terins Landstede Hammers naar de maximale voorsprong van 28-21, maar dan is het Aris eerst en laatst. Met een 22-34 kwart en 47-55 tussenstand gaat Aris tevreden genieten van de thee.
Spannende tweede helft
In kwart drie blijft het verschil in evenwicht. Even nemen de Leeuwarders zelfs een twaalfpuntvoorsprong, maar met 73-81 breekt het slotkwart aan. Daar volgt een bloedstollend gevecht met een groot aantal curieuze (scheidsrechtelijke) beslissingen. Het is duidelijk: het is play-off tijd. Als Kristinn Palsson binnen de minuut met een driepunter 88-96 op het bord zet, lijkt alles beslist.
Niets is minder waar. Duje Dukan schiet vanuit de draai raak, Felix Terins pakt een steal met score op Karthon Ross. De zaal kookt. Een Friese vijfseconde-overtreding, rake vrije worpen en de laatste gemiste driepuntpoging van Felix Terins vanuit de hoek: geen verlenging, maar op achterstand. Vrijdag is de kans op revanche. Sprongbal om 20.00 uur in ’t Kalverdijkje.
Door: Remco van Vliet