PEC Zwolle O21 heeft woensdagavond de beker in de wacht gesleept. Het kostte de Zwollenaren veel moeite, Cambuur gaf zich niet zonder slag of stoot gewonnen. Na een verlening moesten strafschoppen de doorslag geven.
De bekerfinale werd gespeeld op het terrein van Be Quick ’28. Beide ploegen konden rekenen op voldoende steun van hun supporters. Zo’n duizend fans uit Zwolle en Leeuwarden bekeken de ruim drie uur durende strijd.
Het had er lange tijd alle schijn van dat PEC Zwolle de wedstrijd zou winnen in de officiële speeltijd. De blauw-witten kwamen aan het begin van de tweede helft op 1-0 voorsprong. Cambuur trof twee keer het Zwolse doel, maar beide doelpunten werden door de scheidsrechter afgekeurd. In blessuretijd sloeg het noodlot toe. De ploeg uit Leeuwarden wist op het nippertje de stand op 1-1 te brengen.
Een verlenging volgde, voor de liefhebbers zeker niet het spannendste deel van de wedstrijd. Er gebeurde weinig en het leek er op dat beide ploegen voorsorteerden op de penaltyreeks. Na een doelpuntloze verlening traden de ploegen aan om te beginnen aan de penaltyserie. Omdat de veldverlichting uitviel moesten de spelers eerst een kwartiertje wachten voor de verlichting voldoende afgekoeld was om weer aangezet te kunnen worden.
Op een prima verlicht veld konden uiteindelijk de strafschoppen worden genomen. PEC Zwolle miste een penalty en Cambuur twee. Een strafschop van de ploeg uit Leeuwarden werd uit het doel geranseld door de Zwolse keeper, een ander schot werd over het doel geknald. De wedstrijd eindigde in een klein feestje voor de Zwollenaren en het thuispubliek vierde de zege met fakkels en vuurwerk.
De bekerwinst is slechts een doekje voor het bloeden voor de Zwolse jongelingen. De ploeg was dit seizoen minder succesvol in de competitie en degradeerde.