Als op 30 december vorig jaar de avond invalt wandelt een man over de Ruusbroecstraat. Hij wordt ingehaald door een fietser en die stapt af. De onbekende man trekt een mes, met een 18 centimeter lang lemmet. Hij heft het mes boven zijn hoofd en hakt met kracht in op de wandelaar.
In een flits beseft de man dat hij in zijn borst gestoken gaat worden, hij draait weg en wordt in zijn bovenarm geraakt. De onbekende man fietst ervandoor en tien minuten laten steekt hij in op een andere man die in de Beukenstraat loopt.
Steekpartijen uit het niets
De politie begint direct een grote zoekactie waarbij Burgernet wordt ingeschakeld. Beide slachtoffers hebben geen idee wie de onbekende man is, er zijn geen woorden gewisseld en de steekpartijen kwamen uit het niets. Later op de avond houden agenten een man aan op de Zwartewaterallee. Het blijkt Ahmad al A. te zijn, een 25-jarige Zwollenaar. Dinsdag moest A. zich in de rechtbank verantwoorden.
Het leven van A, gaat niet over rozen, hij lijdt aan schizofrenie en raakt in psychose als hij zijn medicatie niet krijgt. A. is dakloos en niet meer welkom bij daklozenopvang De Herberg. Hij had op het braakliggend terrein naast De Herberg een tentje geplaatst, maar dat werd door de politie verwijderd. A. bivakkeerde daarna in een tent op een geheime plek, zo geheim dat hij ook buiten het zicht van de hulpverlening raakte. “In de loop van december, toen het kouder begon te worden ging het slechter met hem,” zegt een hulpverlener die nog wel contact met hem had in de rechtbank.
Onsamenhangende verklaring
De temperatuur daalt onder het vriespunt en A. krijgt het steeds kouder. Daklozen krijgen dan onderdak in De Herberg, maar hij mocht daar ook met de vrieskou niet naar binnen. A. wordt bozer en bozer en ligt in zijn tentje onder stapels dekens. Vier nachten op rij slaapt hij niet meer. Hij heeft enige tijd geleden een injectie gehad met een stof die maandenlang werkzaam blijft om psychoses te onderdrukken. Op 30 december is hij uitgeput en verkleumd, hij gebruikt speed. Een drug die de werking van zijn medicatie verzwakt. Aan het einde van de middag stapt hij op de fiets en steekt een 61-jarige Zwollenaar en een 56-jarige plaatsgenoot neer in Diezerpoort.
Wanneer de politie hem later die avond oppakt, zegt hij: “Ik had geen controle meer over mijn lichaam en de politie heeft ze aangestuurd.” Sinds zijn aanhouding verblijft A. op de psychiatrische afdeling van een penitentiaire inrichting. Het gaat ondertussen wel beter met hem, maar in de rechtbank is zijn verklaring onsamenhangend. Hij verklaart daar onder meer dat hij de mannen neerstak omdat hij dacht dat het politiemensen waren.
Volledig ontoerekeningsvatbaar
Enkele weken voor de steekpartijen zat A. rond het middaguur in de Stadkamer. Hij kreeg daar aan de telefoon ruzie met een familielid. Hij greep een tafel en slingerde deze vijf meter door de lucht tegen een raam aan. Medewerkers van de bibliotheek belden de politie. A. zat bij aankomst van de agenten op een stoel en kon worden aangehouden.
Volgens de psycholoog en psychiater die A. onderzochten in de gevangenis, was A. ten tijde van de steekpartijen volledig ontoerekeningsvatbaar. Volgens hen is tbs met dwangverpleging de enige optie. Dit omdat eerdere gedwongen behandelingen door de GGZ onvoldoende resultaat opleverden. Ook de reclassering sluit zich aan bij het advies.
Geen ziekte-inzicht
“Iemand hoeft hem maar verkeerd aan te kijken en het gaat mis,” zegt de officier van justitie. Ook zij stelt dat A. volledig ontoerekeningsvatbaar was toen hij de twee mannen stak. De ontoerekeningsvatbaarheid geldt volgens haar ook voor de vernieling van de tafel in de Stadkamer. Dit omdat het in nagenoeg dezelfde periode plaatsvond als het forse geweld in Diezerpoort. Het OM eist dan ook tbs met dwangverpleging.
Advocaat Marjolein Beutener maakt zich zorgen over de eis van de officier. “Ik ken hem langer en hij zegt altijd: ik ben niet ziek.” Ze vreest dan ook dat A. in een eindeloos traject komt omdat hij geen ziekte-inzicht heeft. Tbs is volgens de advocaat het uiterste middel om in te zetten. Zij vraagt de rechtbank om A. verplicht te laten behandelen in een GGZ-instelling door een zorgmachtiging af te geven.