In het huis, Vondelkade 1, is jarenlang een huisartsenpraktijk gevestigd geweest. De eerste arts, daar op de hoek, die ik me kan herinneren is dokter Kam. Bij veel Zwollenaren ook bekend geworden door zijn activiteiten voor het Zwolse Historisch Tijdschrift.
Mijn kennismaking met hem was toen ik als 10-jarige, tijdens een pinkstervakantie, een bloedvergiftiging opliep door een wondje aan mijn linkerarm. Dokter Kam behandelde dat, op zijn manier, kordaat. Hij kneep er fors in, de rommel kwam er uit, een pleister erop en een week rust in een mitella.
Dat laatste vond ik natuurlijk het mooiste want je valt op, als je met zo’n witte driehoek om je arm rondloopt. Helaas werd het een afknapper. Mijn moeder had geen mitella. Voor die ene week kocht ze die ook niet. Dus kreeg ik een, in mijn ogen domme, mitella gemaakt van een vierkante sjaal van moeders. De week dragen werd door mij daarom behoorlijk ingekort. Ach. Mijn moeder kende haar kinderen.
Dokter Kam verhuisde – werd opgevolgd door zijn zwager, dokter Ten Berge – en verdween, bijna letterlijk, uit ons gezichtsveld. Tot iemand op ons kantoor kwam werken die hem als huisarts had. Zij vertelde ons dat dokter Kam in haar ogen een bijzondere huisarts was. Zo had hij in zijn wachtkamer een spreuk hangen: “Ziekenfondskwitansie vergèt’n ? Goa maer weer op uus an!”
Z’n telefoonbeantwoorder werd ook met regelmaat met een bijzondere tekst ingesproken: Zo beluisterde ik ooit een opname van hem die aldus ging: “Dokter Kam is met zijn vrouwtje tot maandag naar Engeland, daar waar de klokken gaan van bim-bam!”
Dokter Ten Berge, zijn zwager dus, was ooit een poosje afwezig en bij dokter Kam in de wachtkamer, in de Koestraat, werd er, zoals in elke wachtkamer behoorlijk doorgepraat over de eventuele kwalen. Ook die van dokter Ten Berge.
Onze informatiebron wist te vertellen dat er op een gegeven moment een papier hing – dokter Kam was het gekwek over z’n zwager duidelijk spuugzat – waarop vermeld stond: “Dokter Ten Berge heeft geen hernia, heeft geen nierstenen, heeft geen longontsteking, heeft geen hersenbloeding en heeft geen kanker! Nou goed, zeuren!” Of woorden van gelijke strekking.
Toen ik ooit het boek van Toon Kortooms ‘Help de dokter verzuipt!’ las, heb ik vaak aan die dokter Kam gedacht. Tot mijn genoegen.