Als je bij Google ‘Zunnebeld Zwolle’ intypt, krijg je verschillende meldingen over personen of bedrijven met die naam. Maar het overgrote deel van wat Google vindt, gaat over de zaak Zunnebeld Hengelsport in de Van Karnebeekstraat.
Voor de sportvisser de hemel op aarde, of anders gezegd: het paradijs voor de onderwaterliefhebber. In 1926 opende oprichter Zunnebeld zijn eerste dierenwinkel aan de overkant en ondertussen is het geheel uitgegroeid tot de huidige speciaalzaak onder leiding van een volgende generatie.
Ik heb het zoetwatervissen niet in de genen zitten. Ik had al de associatie met de beroemde uitspraak: “Sportvissers, dat zijn dooie pieren aan beide kanten van de hengel”, maar toch begon ik er ooit mee. ’t Zal zo rond 1970 geweest zijn. Ik kocht mijn eerste bamboehengeltje met snoer, dobbertje, loodjes en haakjes bij een concurrent van Zunnebeld. Tjeerd van der Kooij aan de Diezerkade. O ja, die adviseerde me ook een visserskrukje.
Aan de Vondelkade vond ik een passend stekje om m’n eerste hengeltje uit te gooien. Ik peilde de diepte, schoof wat met het dobbertje, deed aas aan de haak en wierp voorzichtig in. Ik ging op mijn nieuw verworven krukje zitten en lag een fractie later languit in het gras. Ik was door het krukje gezakt en gleed langzaam naar de waterkant.
’t Effect daarvan was dat ik alle spullen bij elkaar gegrepen heb en in een hoek van de schuur heb gegooid. Jarenlang heb ik geen zoetwatervis meer recht in de ogen gekeken, als dat al kan.
Wel heb ik vanaf het Amelander strand veel aan zeevissen gedaan. Eerlijk gezegd vind ik dat een actievere sport en ben ik later toch gaan zoetwatervissen met een winkle picker. Natuurlijk gekocht in de Van Karnebeekstraat. Dat is vissen dat een beetje lijkt op zeevissen. Je werpt in en je houdt niet een dobber, maar de top van je hengel in de gaten.
In eerste instantie deed ik dat in de buurt van de Noorderkolk waar ik al gauw werd weggestuurd, ik mocht me er in het geheel niet bevinden. Wat later vond ik de Berkummerkolk – had intussen alle benodigde vergunningen – waar je heerlijk en rustig kon vissen, vooral op doordeweekse dagen.
Nu denk ik er enkel nog aan. Dit is de eerste keer dat ik erover schrijf. Hopelijk in goed Nederlands en niet in een raar soort Latijn.