Het overkomt iedereen wel eens. Je hebt een gesprek met iemand en dat gaat na verloop van tijd een heel andere kant uit dan je van plan was, of waarvan je dacht hoe het zou lopen. Je hebt dat bijvoorbeeld in de binnenstad van Zwolle. Een aardige meneer of mevrouw komt op je af en zegt: “Mag ik u iets vragen?”
Voor je het weet zijn die mensen je aan het opschrijven voor een abonnement op ’t een of andere blad, of voor een donateurschap van een vage dierenvriendenclub, of voor iets wat daar dan weer op lijkt.
Onlangs sprak ik iemand, in een gebouw hier in Zwolle, waar een groot portret van onze koning hing. Mijn gesprekspartner verbaasde zich over de aanwezigheid ervan. “Als ik dat geweten had was ik hier misschien wel niet gekomen,” zei hij me. Ik denk dat hij, op basis van mijn verbaasde gezicht, me vertelde hoe dat in elkaar stak.
Hij is een Friese, rooms-katholieke boerenzoon met een leeftijd die de oude Drees bedoelde toen hij de AOW bedacht. Zijn ouders hielden niet van het koningshuis, vertelde hij. Zijn moeder noemde onze vroegere koningin Wilhelmina zelfs een ‘papenhaatster’. En dat gevoel was bij hem toch ook wat in de genen gaan zitten.
Ik heb hem nog even wat verteld over de geschiedenis die vooraf is gegaan aan het ophangen van het koninklijk portret en op dat moment zag hij ook wel de humor in van de tegenstelling. Toen kwam de hierboven bedoelde draai in het gesprek want hij vertelde over zijn vader.
Ook die was, zoals gezegd, bepaald niet koninklijk gezind. Maar op 27 april 1964 werd er op de boerderij een prachtige hengst geboren. Een altijd spannende gebeurtenis. En natuurlijk moest het dier een naam hebben.
Boer senior noemde het veulen: Willem-Alexander. Want op diezelfde dag, nu ruim 56 jaar geleden, werd onze huidige koning geboren. De bewoners in de buurt van boer senior stonden verbaasd. Ze kenden zijn bijna-weerzin tegen ons vorstenhuis en spraken zich daarover dan ook tegen hem uit. In de trant van: “Hoe kun jij dát nou doen? Onbegrijpelijk!”
Waarop boer senior, de zelfs voor junior onvergetelijke woorden sprak: “Ach zo is-tie minstens honderd gulden meer waard!”