Toen afgelopen vrijdag de Olympische Spelen begonnen, stond op onze Omdenken Scheurkalender de overdenking: “De echte maatstaf voor Olympische kampioenen is niet hoeveel gouden medailles ze hebben gewonnen, maar hoe vaak ze hebben verloren en weer zijn doorgegaan.”
’t Is allemaal niet zo vanzelfsprekend als het lijkt wanneer we de sporter bezig zien. Naast veel doorzettingsvermogen en talent moet het ook op andere fronten meezitten. Allereerst het vinden van de juiste sport, eentje die echt bij je past. Dan het geluk ouders te hebben die dat kunnen en vooral willen steunen. Tot slot dan nog de sportclub die erg bepalend is voor de sfeer en daardoor het volhouden.
Een en ander overdacht ik omdat op diezelfde vrijdag de week eindigde waarin een van m’n kleinzonen mocht meedoen aan een voetbalkamp van PEC. Hij woont in Kampen en speelt daar fanatiek bij Go Ahead én is groot supporter van PEC Zwolle. Niets is er mooier dan met z’n vader en zijn oom, gedrieën de wedstrijden in Zwolle te bezoeken.
Ik weet wel dat je als opa – trouwens ook als rest van de familie – een heel subjectief oordeel hebt over het voetbaltalent van de jongen, maar toch, dat hij bij de geselecteerden voor zo’n voetbalkamp zit, zegt wel iets. Zijn grote voorbeeld is de nummer 14 van PEC, te weten Apostolos Vellios. Daarom, hij had het mogen opgeven, had hij die dagen ook een shirt aan met z’n eigen naam op de rug en met dat nummer.
Belangstellenden mochten tweemaal daags een uurtje komen kijken, dus opa was er ook een paar keer. Wat opviel was de prettige discipline die er heerste en de zorgvuldigheid waarmee de leiding met de pupillen omging.
Er waren ook een paar verrassingen voor de, naar ik schat, ruim honderd jongens en meisjes, tussen de 7 en 15 jaar, zoals vrijkaartjes voor de oefenwedstrijd van PEC tegen de Graafschap (5-0 overigens), een groepsfoto op het hoofdveld en een fysieke ontmoeting met een aantal spelers.
De kleinzoon kreeg het voor elkaar dat zijn favoriet z’n handtekening op z’n voetbalschoenen zette. Die worden nooit meer doorverkocht, dat moge duidelijk zijn. Hij wil ze zo gauw mogelijk een ereplaats geven, naast z’n andere voetbaltrofeeën, op een plank op z’n slaapkamer. Dan kan hij er vaak naar kijken en over dromen.
Laat ik het, deze sportzomer, maar klein Olympisch geluk noemen.