Zwolle – Zwollenaren die op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) sinds enige tijd geen vergoeding voor begeleiding meer krijgen, blijven volwaardig meedoen in de samenleving. Die conclusie trekt de gemeente nadat in 2008 een versobering is doorgevoerd op de tot dan bestaande regels in de AWBZ voor ondersteunende en activerende begeleiding. De gemeenteraad vroeg toentertijd om de gevolgen daarvan goed in de gaten te houden.
Burgemeester en wethouders concluderen nu dat de nieuwe regeling mensen niet tot nauwelijks in de problemen brengt. De gemeente komt tot dat oordeel op basis van een eigen inventarisatie bij Zwollenaren die met de regeling te hebben. Bovendien geven ondersteuningsorganisatie MEE IJsseloevers, instellingen voor maatschappelijke opvang en de WMO Cliëntenraad aan dat de huidige ondersteuning van de doelgroep voldoet.
In 2008 bepaalde de rijksoverheid dat voorzieningen die onder de AWBZ vallen selectiever toegepast moeten worden. De Zwolse gemeenteraad gaf vervolgens in een motie aan dat burgemeester en wethouders zouden moeten onderzoeken wat de effecten in Zwolle zouden zijn van het versoberen van de AWBZ. Indien nodig zou de gemeente dan zelf extra middelen beschikbaar moeten stellen om de doelgroep volwaardig te laten meedoen aan de maatschappij.
Inmiddels is volgens het college duidelijk dat geen extra geld beschikbaar gesteld hoeft te worden. Hoewel nog niet geheel duidelijk is wat de totale gevolgen zijn van het nieuwe beleid, is volgens burgemeester en wethouders al wel duidelijk dat het geheel of gedeeltelijk wegvallen van de begeleiding mensen niet noemenswaardig in de problemen heeft gebracht. Hoewel er in de overgangsperiode wel enige knelpunten waren, zijn die inmiddels opgelost. Er is geen noemenswaardig extra beroep gedaan op voorzieningen die onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vallen: dat zou kunnen wijzen op problemen door de AWBZ-versobering. Van het aanbod van MEE IJsseloevers aan mensen die geen recht meer hadden op de begeleiding is bovendien nauwelijks gebruik gemaakt. Volgens betrokken instellingen en organisaties voldoet de bestaande regeling aan de behoefte.
De gemeente blijft de effecten van de nieuwe opzet van de AWBZ volgen. Zwolle neemt deel aan een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Uit dat onderzoek moet blijken wat de gevolgen van de nieuwe AWBZ-opzet voor de middellange termijn zijn.
Ik zo mijn bedenkingen. Wie worden er nu weer meer voor de kar gespannen? Familie als werkpaard?
De gevolgen van zo’n bezuiniging zijn niet meteen merkbaar. Ik werk zelf in de zorg en de werkdruk is belachelijk hoog.
De zorg verplaatst meer richting “zelfredzaamheid” van de client, naar Amerikaans model.
Het geluid dat ik van veel clienten hoor is dat ze niet tevreden zijn en dat ze vinden dat de begeleiding niet genoeg tijd voor ze heeft.
Hoe de gemeente aan haar conclusies komt is mij dus een raadsel. Bovendien, wat betekent het uitspreken van de zin “volwaardig meedoen in de samenleving”? Volwaardig meedoen betekent iets anders dan de zorg ontvangen die men nodig heeft of waar men recht op heeft!
De gemeenteraad van Zwolle geeft zichzelf de opdracht om de effecten van de versobering van de AWBZ te monitoren. De raad concludeert na een jaar dat het allemaal erg meevalt want Stichting MEE meldt dat ze voldoende begeleiding biedt aan de doelgroep (mensen die niet langer gebruik kunnen maken van ondersteunende begeleiding zoals dagopvang voor ouderen e.d.).
Er is door deze groep geen noemenswaardig beroep meer gedaan op alternatieve ondersteuning. Aan wie werd door VWS de opdracht verstrekt om de gedupeerden te begeleiden? Juist, aan stichting MEE. Bij MEE zijn deze mensen echter nooit aangekomen. Eerder landelijk onderzoek wijst namelijk uit dat stichting MEE onbekend is bij de doelgroep. Daarom meen ik dat de gemeenteraad een drogreden hanteert voor de conclusie dat extra geld voor ondersteunende begeleiding niet nodig is. Wie het rapport van HHM over de verwachte effecten van Pakketmaatregel AWBZ leest, moet tot de conclusie komen dat in een stad als Zwolle minstens 450 stadsgenoten door de maatregel zijn getroffen. En als er geen indicaties voor ondersteunende begeleiding worden verstrekt dan drooft de vraag vanzelf uit.
Ik heb begrip voor de moeilijke financiële situatie van gemeenten, zeker na de aankondiging dat er r?cksigtslos 200 mln wordt gekort op het budget, maar kom niet aan met een cirkelredenering want die doet geen recht aan de positie van de eigen burgers.
A. van der Kaaij