Eerlijk gezegd kan ik me de commotie die aan het ontstaan is over de plannen rond een nieuwe entree van het Zwolse spoorwegstation wel voorstellen. Een en ander moet (nu al) ruim 20 miljoen euro gaan kosten, waarvan de gemeente Zwolle, wij Zwollenaren, ruim 6 miljoen moet gaan opbrengen. Menig Zwollenaar zal vast denken: Alweer miljoenen?
Wij Zwollenaren maken mee of hebben de afgelopen jaren meegemaakt dat er een ‘busbrug’ is gebouwd, er een loopbrug over het spoor in de maak is en er komt een loopbrug over de IJsselallee. Eentje om, simpel gezegd, de studentenstroom naar de campus Windesheim van dienst te zijn.
Alleen al die laatste drie projecten bedragen samen tientallen miljoenen euro’s. Dan hebben we het nog helemaal niet over de kosten van de bouw van de fietsenkelder en de opknapbeurt rond het station met jaren overlast voor reizigers, zeker voor de bewoners in de buurt van de genoemde bouwprojecten. Nu die opknapbeurt voltooid is en alle gestalde fietsen uit het zicht zijn, woont het hier vast prettiger. Maar dan?
Zomaar een vraag: Is het openbaar vervoer in onze regio door al die miljoenen er beter op geworden? Rijden er meer treinen? Reist het prettiger met de trein? Zijn de wachttijden verbeterd? Ik noem maar wat willekeurigs.
En dan nu een nieuwe entree, met een ‘stadstoren’ en een ‘vestibule’! De namen alleen al doen mij huiveren, maar dat terzijde. Ik lees over die ‘vestibule’ – de ruimte bovenaan de tunneltrappen – dat het een verbetering moet worden van de huidige situatie. Want zo weet wethouder Rots te vertellen en ik citeer: ”Op dit moment lopen ze daar een muur van tijdelijke winkelruimtes tegemoet.”
Al dan niet tijdelijke winkeltjes hebben daar al sinds mensenheugenis gezeten. Zestig jaar geleden had ik er mijn eerste weekend- en vakantiebaantje. Toen werden ze kiosken genoemd.
Over diezelfde ‘vestibule’ zegt ze ook: “Je hoort van reizigers dat ze niet weten waar ze zijn moeten als ze bijvoorbeeld de stad in moeten.” Een paar goede borden met ‘UITGANG’ en op het Stationsplein een handwijzer met verwijzing naar het centrum en de stadswijken lost dat probleem snel op.
Heeft mevrouw Rots ooit vernomen dat er reizigers door het Leger des Heils moesten worden opgevangen omdat ze niet wisten hoe het station van Zwolle te verlaten? Kom nou, wethouder, besteedt zoveel gemeenschapsgeld aan noodzakelijker zaken.