Mevrouw J.G. ten Brink-Lint wordt 100 jaar

Zwolle – Woensdag heeft stadsgenote mevrouw J.G. ten Brink-Lint de respectabele leeftijd van 100 jaar bereikt. Burgemeester H.J. Meijer bezocht woensdagmorgen de eeuwling om haar te feliciteren. Ze kreeg van de burgemeester een aantal VVV-bonnen als cadeau.

Mevrouw J.G. ten Brink-Lint is geboren op 7 Juli 1910 in Zwolle als Johanna,Gerritdina Lint, roepnaam Jo. Mevrouw is op 25 Juli 1950 getrouwd met Wilhelmus Johannes ten Brink. Wim ten Brink is overleden op 9 Juli 1992. Mevrouw Ten Brink is geboren aan de Vechtstraat in Zwolle, na hun huwelijk hebben ze een paar jaar ingewoond bij haar zus in de Olivier van Noordstraat. In 1972 verhuisden ze naar de Minervalaan. In 1976 kreeg het echtpaar een woning aan de Oelerbeek waar mevrouw nu nog woont. Jo en Wim ten Brink leerden elkaar kennen op school, haar vriendinnen zeiden vaak tegen haar, hoe kun je zo’n man nemen met flaporen, en haar moeder zei altijd tegen haar, als ze met jongens en meisjes gingen fietsen, pas op dat er niets gebeurd. Ze moest altijd om 16.00 uur thuis zijn. Zo was dat in de vroegere tijd. Ze fietsten dan naar de kindertjesweilanden in de Watersteeg.

In 1948 kregen ze vaste verkering. Het huwelijk bleef jammer genoeg kinderloos. In 1990 is haar zus in het verpleegtehuis overleden na een verblijf van 18 jaar, vanwege een hersenbloeding. Gedurende al deze jaren bezocht ze haar zus dagelijks in het verpleegtehuis. Jo en Wim hielden van kaarten en fietsen, mevrouw Ten Brink hield vooral van wandelen bij de Zwolse tippelaars. Routes van 40 en 50 kilometers waren niets voor haar. Twee keer heeft ze de Nijmeegse vierdaagse gelopen. Haar man ging dan altijd met haar mee als steun en begeleiding. Ze heeft er heel wat afgetippeld.

Daarnaast hield Jo van handwerken en achter de naaimachine zitten. Zo heeft ze vele mooie dingetjes gemaakt en versteld. Ook bakken en koken behoorden tot haar hobby’s, zelfs nadat ze de 90 jaren al gepasseerd was, heeft ze nog jaren lekkere dingen gebakken. Na de lagere school ging ze naar het atelier, voor naailes. Haar eerste betrekking bij een mevrouw waar ze de huishouding deed, leerde Jo koken en bakken. In 1938 is ze de huishouding gaan doen in Amsterdam en daarna in Utrecht. Jo haar gezondheid is nog redelijk goed, ze eet nog goed en is een liefhebber van alle soorten vis, die wekelijks voor haar gehaald wordt. Ze wordt goed verzorgd door verschillende lieve mensen om haar heen en de huisarts en de thuiszorg houden haar goed in de gaten.