Zwolle is aanjager met sterkste economie

Zwolle – Zwolle, Den Bosch en Houten zijn gemeenten met de sterkste economie, blijkt uit het onderzoek Toplocaties 2011 van weekblad Elsevier en Bureau Louter dat deze week verschijnt. De Randstad verliest, Noord-Brabant en het Oosten van het land winnen.

Eindhoven is vierde en Breda vijfde, waarmee drie gemeenten van de top-5 in Noord-Brabant liggen. De stad Utrecht is met een vijftiende plaats de hoogste geklasseerde van de vier grote steden. Den Haag haalt van de grote vier de laagste positie, nummer 118. De Randstad verliest terrein op Noord-Brabant en het Oosten van het land, met Zwolle als aanjager. Van 1995 tot 2010 groeide daar het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van de beroepsbevolking sneller dan in de Randstad. Daar staat tegenover dat in de Randstad de werkgelegenheid voor hbo’ers en academici sterk groeit.

Binnen de Randstad is de conjunctuur van grote invloed, in goede tijden wint de Noordvleugel met Amsterdam en Utrecht, en in slechte tijden de Zuidvleugel met havenstad Rotterdam en regeringszetel Den Haag. Tussen 2000 en 2005 ging het relatief beter met de Zuidvleugel, daarvoor en daarna met de Noordvleugel.

Luchtvaart
Van alle gemeenten had Haarlemmermeer het meeste last van de crisis, na jarenlang op een eerste plaats te hebben gestaan is de gemeente nu gezakt naar een achtste positie. Dat komt doordat de luchtvaart sterk onder crisis heeft geleden, en in 2008 en 2009 tevens last had van de vliegtax.

Voor de meeste andere gemeenten geldt dat die soms flink geraakt zijn door de crisis, maar daarna ook weer grote veerkracht tonen.

Indicatoren
Het onderzoek Toplocaties beleeft dit jaar zijn twaalfde editie. Bureau Louter te Delft, gespecialiseerd in ruimtelijke economisch onderzoek en advies, verzamelde een grote hoeveelheid gegevens.

De economische prestaties van gemeenten zijn beoordeeld aan de hand van ruim 40 indicatoren. Onder meer: het aantal arbeidsplaatsen en de groei van het aantal arbeidsplaatsen, de bijdrage aan de nationale economie, de variatie in economische activiteit, het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, de voorraad bedrijventerreinen, uitgifte van grond en bezettingsgraad van kantoren.