Perspectiefnota ‘Zwolle maakt werk van de toekomst’

Zwolle –  Met de perspectiefnota 2012 – 2015 (PPN) geeft het bestuur zicht op de keuzes voor de komende vier jaar. Het college doet met de PPN voorstellen aan de raad voor de ontwikkelingen op middellange termijn en de structurele uitgaven. Het collegeakkoord vormt hiervoor de basis.

De uitgangspositie van Zwolle is goed. Zwolle is een sterke vitale stad waarin het college wil blijven investeren met behoud van haar sociale gezicht. Zo hebben investeringen in onder andere de Spoorzone, de Binnenstad, het Anker en onderwijshuisvesting voorrang gekregen omdat zij de basis vormen voor een sterke stad. Juist in een periode wanneer de toekomst onzeker is en de financiën onder druk staak, vraagt dit dat er duidelijke keuzes worden gemaakt. Keuzes die maken dat Zwolle sterker uit de crisis komt.

Veranderingen op lokaal en rijksniveau zoals het tekort op het lokale sociale beleid en de decentralisatie van taken op de terreinen van zorg, jeugd en werk vragen dat de gemeente zicht heroriënteert op haar rol. Zwolle streeft naar een compacte, professionele en wendbare overheid die een gelijkwaardige partner is in de samenleving. Om dit te realiseren zoekt zij verbinding met haar inwoners, maatschappelijke partners en bedrijven. "We geven hierbij ruimte aan de maatschappij die steeds meer een netwerkorganisatie wordt, we gaan uit van actief burgerschap. Tegelijkertijd blijven we, samen met de samenleving, groepen die dat nodig hebben ondersteunen zodat iedereen naar vermogen kan bijdragen aan en participeren in de samenleving", legt wethouder Gerrit Piek uit. Veranderingen bieden kansen voor nieuwe innovatieve werkwijzen. Kansen liggen er ook op het gebied van participatie en duurzaamheid. Beide onderwerpen worden de komende jaren verder geconcretiseerd en verankerd in de stad.

Investeren

Zwolle wil gericht blijven investeren in die programma’s en projecten die essentieel zijn voor het economisch en het sociaal maatschappelijk functioneren van de stad. Hiertoe is een investeringsprogramma opgesteld. Bij de overwegingen is nadrukkelijk gekeken naar de urgentie en naar mogelijkheden om de investering tot na 2015 uit te stellen. Voor deze investeringen geldt dat de ontwikkelingen op de markt zijn nog niet zodanig zijn dat deze projecten voor 2015 om een investering vragen.
Urgente investeringen zijn de Spoorzone, de Binnenstad en de bereikbaarheid van de stad. Deze programma’s vormen de basis voor een economisch sterke stad. Op sociaal maatschappelijk gebied zijn het Anker, onderwijshuisvesting, de Fundatie en Hedon als urgente investeringen opgenomen.

In deze PPN doet het college ook voorstellen om knelpunten in het huidige beleid op te lossen. Deze knelpunten bevinden zich vanwege het rijksbeleid en de ontwikkelingen bij sociale zaken, op het sociale terrein. Zo wordt structureel voor de Wmo EUR 800.000 beschikbaar gesteld en voor sociale voorzieningen EUR 2,5 miljoen. Ook de buurtbemiddeling wordt, omdat het een succesvol voorbeeld is van Samen Maken We de Stad, dankzij een structurele investering van EUR 55.000 voortgezet.

Bezuinigingen

Om te kunnen blijven investeren in de stad, moet de gemeente ook bezuinigen. Zwolle gaat uit van een aanvullende bezuinigingsopgave van EUR 8 miljoen, waarvan EUR 4 miljoen op beleid en EUR 4 miljoen op bedrijfsvoering. Zwolle zet in op een compactere organisatie met een formatiereductie op de beleids- en overige ondersteunende functies van ruim 100 fte.

Bij deze bezuinigingsoperatie staan de maatschappelijke opgave en innoverende werkwijzen centraal. De gedachte dat iedereen mee moet kunnen doen is het uitgangspunt. In Zwolle is plek voor iedereen waarbij uitgegaan wordt van actief burgerschap en eigen verantwoordelijkheid. In de praktijk betekent dit dat Zwolle een beroep doet op haar inwoners, bedrijven en instellingen om hun energie en deskundigheid voor de stad in te zetten. Deze lijn heeft met Samen Maken We de Stad al een stevige basis gekregen en wordt doorgezet in het programma participatie.

Enkele investeringswensen college:

– Voor het Anker geldt dat als niet geïnvesteerd wordt, de lasten voor de gemeente even hoog blijven. De exploitatielasten van het gebouw zijn bij niet ingrijpen net zo hoog als bij wel ingrijpen. Bovendien is de gemeente wettelijk verplicht (onderwijs)sportvoorzieningen in Stadshagen te ontwikkelen. Als niet geïnvesteerd wordt in het Anker, zal de gemeente elders deze voorzieningen moeten realiseren. Het Anker kwalificeren wij dus als een onontkoombare investering.

– Museum de Fundatie wil uitbreiden. Een ontwerp hiervoor is gemaakt. De provincie heeft hier inmiddels subsidie voor toegezegd. De Fundatie een bezoekerstrekker van formaat voor Zwolle. Uitbreiding van de Fundatie past ook in de lijn om van Zwolle een van de beste binnensteden te maken. Er is sprake van beperkte inzet van middelen vanuit de gemeente door een verhoging van de exploitatielasten. De investeringslasten worden door de provincie gedragen. De opbrengsten zowel feitelijk als vanuit de spin-off voor de binnenstad en de lokale economie zijn groot. Voorgesteld wordt door te gaan met de uitbreiding van de Fundatie.

– Voor Hedon is onderzoek gedaan naar de verschillende mogelijkheden van nieuwbouw, opknappen en vergroten van het huidige pand of niets doen. In dit investerinsprogramma wordt uitgegaan van de variant opknappen en vergroten. De investering hiervoor bedraagt € 4,7 mln. De investering in bouwkosten zal via de huur aan Hedon doorberekend worden. Voor de inrichtingskosten wordt door Hedon (eenmalig) subsidie aangevraagd. Het nieuwe Hedon zal € 650.000 meer subsidie nodig hebben om te kunnen functioneren. Van deze subsidie is de helft nodig om de in de huur doorberekende bouwkosten te dekken, de andere helft is om in een groter Hedon ook een uitgebreider programma te kunnen aanbieden (culturele programma’s zijn nooit kostendekkend, er is altijd subsidie op nodig). Voorgesteld wordt deze investering in Hedon wel te doen.

– Al geruime tijd is sprake van verplaatsing van de IJsselhallen, en woningbouwontwikkeling op de plaats van de huidige IJsselhallen. Voor als nog zullen wij op korte termijn geen voorstel doen om tot verplaatsing over te gaan en in te zetten op voortzetting van het huurcontract. In feite gaan we uit van temporisering van de verplaatsing van de IJsselhallen tot na de planperiode, tenzij particulieren met initiatieven komen.

– Het openluchtbad (Rijksmonument) dient onderhanden genomen te worden. Het bad is lek, en wordt al enige jaren met lapmiddelen dicht gehouden. De accommodatie is hard aan renovatie/restauratie toe. Pogingen om hiervoor rijkssubsidie te krijgen zijn mislukt. Er worden nog pogingen ondernomen alsnog subsidie te verkrijgen, Voor het opknappen van het openluchtbad is een bedrag van 2,8 miljoen nodig. 1,3 miljoen hiervan is al beschikbaar. Daarmee is het mogelijk om het bad zodanig te renoveren dat het weer vele jaren gebruikt kan worden. Voor de uitvoering van het volledige plan (restauratie, renovatie en energiemaatregelen) is een bedrag van circa 5,8 mln. nodig.Voor het openluchtbad is provinciale monumentensubsidie aangevraagd. Voor wat betreft het Openluchtbad zijn geen extra beheerkosten te verwachten, er zal blijvend sprake zijn van een huurovereenkomst tussen Vereniging en Gemeente. Het streven is er op gericht om de renovatie dusdanig uit te voeren (energiebesparende maatregelen, duurzaamheidsmaatregelen etc.) dat de vereniging de exploitatie ongewijzigd kan voortzetten,zodat geen extra exploitatiekosten te verwachten zijn. Voor het openluchtbad wordt voorgesteld tenminste de minimumvariant uit te voeren en hiervoor een bedrag van € 2,8 mln. (inclusief de al eerder uitgetrokken middelen) uit te trekken.

– De Rode Torenbrug is de langzaam verkeersroute tussen Kamperpoort en de Binnenstad. Hij levert de voetgangsontsluiting van de binnenstad voor parkeerders in de toekomstige parkeergarage Katwolderplein, en wordt onderdeel van de fietsroute naar Stadshagen en Nationaal Landschap IJsseldelta. De Rode Torenbrug is gedekt via de grex Kamperpoort, aangevuld met IMGmiddelen. Vanwege het belang van toegankelijkheid van de Binnestad en van goede fietsverbindingen wordt voorgesteld door de gaan met de Rodetorenbrug.

– Voor de voorstadhalte Zwolle Zuid zal eerst het spoor tussen Deventer en Olst verdubbeld moeten worden. De discussie hierover heeft te maken met de discussie over de noordtak van de Betuwelijn. Gegeven deze samenhangen is het niet voorstelbaar dat er vóór 2015 daadwerkelijk gewerkt zal worden aan een voorstadhalte. Voorgesteld wordt daarom deze investering te temporiseren tot na 2015. Aan de voorstadhalte wordt nog niet gewerkt. In contacten met NS, provincie en Rijk kan zonder extra kosten de lobby voor de voorstadhalte verder vormgegeven worden. Temporiseren heeft dus geen gevolgen.