Zwolle – Een ruime meerderheid van Provinciale Staten van Overijssel willen een prominentere rol voor zonne-energie in het op te richten Energiefonds Overijssel. Het fonds heeft als doel het aandeel van nieuwe energie in Overijsselse totale energieverbruik te verhogen tot twintig procent in 2020 door de inzet van 250 miljoen euro de komende 15 jaar.
Daarmee hoopt de provincie ook de werkgelegenheid en de innovatie te stimuleren. Het fonds gaat leningen en garanties verstrekken, geen subsidies. De BV die wordt opgericht zal worden geleid door een externe beheerder. In een unaniem aangenomen motie gaven de Staten aan dat deze fondsbeheheerder niet meer mag gaan verdienen dan de zogenoemde Balkenende-norm (circa 180.000 euro). Volgens de Staten kan zonne-energie rekenen op ruim draagvlak binnen de Overijsselse samenleving en zou goed inpasbaar zijn in de opwekking van energie. Door inwoners en bedrijven de mogelijkheid te geven zelf energie op te wekken door de zon, is de verwachting van de Staten, dat inwoners bewuster met het gebruik van energie zullen omgaan.
De fondsbeheheerder gaat de zogenoemde Balkenende-norm verdienen. Dat is dus circa 180.000 euro per jaar, dat is 15 * 180.000 = circa 2.700.000 euro over die genoemde 15 jaar.
Dat vind ik heel veel.
Ik zou liever een bescheiden salaris voor de fondsbeheerder zien.
Een deel van dat geld zouden we bijvoorbeeld kunnen investeren om burgers meer te betrekken en bewuster te maken van de noodzaak om de Essentgelden voor nieuwe energie in te zetten.
Ik begrijp dat de 250.000.000 euro alleen maar beschikbaar worden gesteld voor leningen en garanties.
Hopelijk gaat het geen topsalaris opleveren, maar vooral dat alle kiezers een kans krijgen om zonnepanelen aan te schaffen voor zijn dak. Woningbezitters of huurders, rijk of arm. Iedereen zou een lening moeten kunnen krijgen om met de opbrengst van de zon deze weer af te lossen.
Provinciale Staten van Overijssel hebben gisteravond besloten een Energiefonds in het leven te roepen dat niet kan voldoen aan de eigen provinciale ambities voor duurzame energie. Een voorstel van PvdA en D66 dat pleitte voor een verdergaande en innovatieve variant van dit fonds, werd na een felle discussie afgewezen. Met name het tegenstemmen van het CDA leidde tot verbazing bij Peter Hermans (PvdA) en Thomas Walder (D6), beiden woordvoerders Energie in de Staten. Walder: ⤽Zowel de CDA-fractie als de CDA-gedeputeerde hebben zich met name in de verkiezingscampagne positief opgesteld over het nu door hen afgewezen PvdA/D66 voorstel. Buitengewoon jammer, dat zij op het laatste moment van opvatting zijn veranderd.⤝
Overijssel heeft de ambitie om het aandeel duurzame energie te vergroten. In 2020 meer dan twintig procent van het totale energieverbruik zijn. Dit percentage is gelijk aan de Europese norm. PvdA en D66 wilden dat terugbetaalde leningen opnieuw zouden worden geïnvesteerd in duurzame energie. Peter Hermans: ⤽Wij hechten veel waarde aan het terugdringen van de CO2-emissie, aan het verminderen van het energiegebruik en het vergroten van duurzame bronnen????. Een meerderheid van Provinciale Staten, waaronder het CDA, deelde die mening niet en koos er voor om het terugbetaalde geld te laten stromen in de grote pot van de algemene dekkingsreserve. ⤽Op deze manier wordt die twintig procent duurzame energie nooit gehaald,⤝ concluderen beide Statenleden, ⤽het is toch merkwaardig dat zij kiezen tegen hun eigen opvattingen en dit voorstel steunen.⤝
Hermans en Walder zijn teleurgesteld: ⤽De opstelling van het CDA, maar ook van de Christen Unie, laat zien dat beide partijen muurvast zitten aan een bestuursakkoord dat het vrijwel onmogelijk maakt om effectieve beleidskeuzes die meerwaarde brengen voor burgers en bedrijven niet meer gemaakt kunnen worden.⤝
Jammerlijke club
en
tot slot
Tjonge nou, je zult maar samen met ze iets willen bereiken >:(>:(>:(