Bewoners van aanleunwoningen en woonzorgcomplexen vormen een overwegend kwetsbare groep. Zij zijn gemiddeld 80 jaar en ouder en ontberen veelal mantelzorg. Zij zijn zodoende grotendeels afhankelijk van professionele zorg. In Zwolle is er in de afgelopen jaren veel gedaan aan het ontwikkelen van ketenzorg; zorg waarbij diverse zorgaanbieders samenwerken rond cliënten.
Om de ketenzorg gestalte te geven is in september 2004 een samenwerkingsovereenkomst woonzorgzones gesloten tussen de gemeente Zwolle, de Stichting Welzijn Ouderen, Driezorg Zwolle, De Kievitsbloem, Icare, WoonZorg Nederland, Woningstichting SWZ, Deta Wonen, COSBO-Zwolle en Openbaar Belang. Afgesproken is toen dat de zorgaanbieders (Icare, Driezorg en De Kievitsbloem) de geplande, ongeplande en acute zorgvragen zouden invullen. Hieronder viel ook het reguliere thuiszorg aanbod. Dit heeft ertoe geleid dat in aanleunwoningen en woonzorgcomplexen zowel de persoonlijke zorg als de huishoudelijke zorg wordt geleverd door het personeel van het verzorginghuis. Dit gebeurt in de constructie van hoofd-aannemerschap (Icare) en onderaannemerschap (het verzorgingshuis). Dit aanbod bleek goed aan te sluiten bij de verwachting van ouderen die woonachtig zijn in deze complexen. Het CDA stelt hierover vragen aan het college van Zwolle.
In deel 3 van het Bestek De hulp bij het huishouden: het Zwolse model, wordt in de samenvatting op pagina 7 gesteld dat als gevolg van de kernactiviteiten van de gemeente Zwolle de afstemming tussen de wettelijke (AWBZ en Wmo) zorgaanbieders in dit kader belangrijker/noodzakelijker is dan het opschalen van voorzieningen.
Nu de aanbesteding heeft plaatsgevonden en drie nieuwe zorgaanbieders een voorlopige gunning hebben ontvangen, dient de vraag zich aan hoe de afstemming tussen de wettelijke (AWBZ en Wmo) zorgaanbieders gestalte dient te krijgen. In onze opvatting dient daarbij het uitgangspunt te zijn dat de ketenzorg in de aanleunwoningen van de verzorgingshuizen en in de woonzorgcomplexen, zoals deze in de afgelopen jaren gestalte heeft gekregen, moet worden gehandhaafd.
Gelet op bovenstaande problematiek hebben wij de volgende vragen:
1. Wat zijn de mogelijkheden van de gemeente Zwolle om de samenwerkings- overeenkomst t.a.v. de woonzorgzones ook in de toekomst gestalte te geven?
2. Indien nakoming van de samenwerkingsovereenkomst juridisch niet mogelijk is, in welke mate zijn de drie nieuwe zorgaanbieders bereid de constructie van hoofdaannemer en onderaannemers toe te passen t.b.v. de Zwolse verzorgings- huizen en woonzorgcomplexen en welke rol kan de gemeente hierin vervullen?
3. Zijn de drie nieuwe zorgaanbieders voornemens om in het jaar waarin de indicatie van ouderen ongewijzigd blijft, de vergoedingen die daarvoor gelden één op één over de hevelen naar de verzorgingshuizen en welke rol vervult de gemeente hierbij?
4. Zijn de drie nieuwe zorgaanbieders bereid om het huidige personeel, dat wordt ingezet voor de huishoudelijke verzorging in de aanleunwoningen en in de woonzorgcomplexen, in deze constructie onder te brengen, waardoor het werkgeverschap bij de huidige werkgevers gehandhaafd blijft en welke rol kan de gemeente hierin vervullen?
Namens de fractie van het CDA
Jan Korteweg
kijk, ook hier is sprake van een hoop ‘als het kalf verdronken is dempt men de put’ gehalte, en ook nog eenbs rijkelijk laat. Maar, in tegenstelling tot de ontzettende open deur reactie van de SP (zie ook op deze site) heeft het CDA tenminste wel nagedacht en hebben ze op zich goede vragen bedacht die ze aan het College stellen. Dat valt dan nog weer enigszins te prijzen.
ook hier helaas geen zelfreflectie naar eigen rol …
Het CDA denkt hier in elk geval wel constructief mee in de ontstane situatie. Want als Icare in elk geval de woonzorgzones kan blijven bedienen, zal er al veel minder zorg zijn wat betreft het personeel en ook zal een groot gedeelte van de cli?«nten het bekende gezicht blijven zien. De andere mensen uit het cli?«ntenbestand kunnen dan wel met hun zorghulpen worden overgenomen door de andere 3. Dus absoluut de moeite waard deze inbreng vanuit het CDA. Denk niet dat hier sprake is van mosterd na de maaltijd (waar Beuvbos toch min of meer naar neigt), maar van mosterd als extraatje bij de maaltijd 😉
ben ook blij met het constructieve deel van de reactie van het CDA, zeker in vergelijking met GL/DG en SP. Vraag is echter waarom daar pas nu aan gedacht wordt en of dit uberhaupt nog wel kan binnen deze aanbesteding.
mmm… ik vraag mij toch ook af of zij deze problematiek niet hadden kunnen zien aankomen in de voorbereiding van de aanbesteding of zelfs invoering van de WMO. Met name omdat de woonzorgzones speciale belangstelling hebben gehad van het CDA (verkiezingsprogramma), de vragensteller zelf directeur van SWOZ is geweest en de WMO-wethouder ook CDA is :-
Terug naar dat kalf…
@mike .. gaat mij niet om het CDA. Gaat mij om de RAAD als geheel
Nee, duidelijk.