Zwolle – Op de derde dag van Basketball Days bewees Oranje het ongelijk van de kortzichtige Nederlandse clubbestuurders die de laatste jaren hebben gemeend dat ze een onbeperkt aantal Amerikanen moesten binnenhalen omdat er niet voldoende Nederlands talent zou zijn. Tegen de met vier Amerikanen spelende subtopper Landstede Zwolle wist de niet eens complete Oranjeselectie tot de laatste minuut bij 65-63 bij te blijven, voordat ze met 72-64 moest buigen.
Natuurlijk, het voor Nederlandse begrippen uitzonderlijke talent Worthy de Jong droeg de zware last van voortrekker met verve. Met hem op de bank speelde de ploeg een niveautje lager. Elke vijandelijke coach weet dat hij bepalend is voor Oranje, en concentreert zijn verdediging op de in Rotterdam geschoolde guard. Desondanks weet De Jong steeds weer openingen te forceren voor zichzelf en zijn ploegmaats. Ditmaal leidde dit tot 21 punten, waaronder ettelijke pareltjes. Het was dat coach Ferry Steenmetz vasthield aan zijn principe om iedereen speeltijd te geven
Het had tenslotte heel wat voeten in de aarde gegeven om op zo’n korte termijn spelers te vinden die hun vakantie wilden opofferen om in Zwolle aan te treden. Zo kon het gebeuren dat toen Zwolle vlak voor rust de beslissende 39-26 voorsprong nam, een aantal basisspelers, waaronder De Jong, op de bank zaten en bleven zitten. Daardoor leek de strijd in een vroeg stadium te worden beslist. Met de Amerikanen Tanner Smith (22 punten, 11 rebounds, 5 assists en 3 steals), Darryl Webb en Zack Novak (19 en 18 punten) in de vertrouwde hoofdrollen was Zwolle lang de meerdere. Maar na de pauze kroop Oranje fel vechtend naderbij. Verder dan de gememoreerde 65-63 achterstand kon het echter niet komen.