Zwolle – De gemeente Zwolle hoeft niet op te treden tegen een zelfoogsttuin in Zwolle. Omwonenden vreesden overlast van oogstend publiek en aantasting van hun uitzicht. Zij vroegen de rechter om daar een stokje voor te steken. De bestuursrechter verklaart het beroep van de omwonenden ongegrond. De zelfoogsttuin is niet in strijd met het bestemmingsplan. Omdat de activiteiten daar mogen, hoeft de gemeente daar niet tegen op te treden.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de zelfoogsttuin die derde-partij op een perceel wil realiseren niet in strijd is met het bestemmingsplan. Nu zich geen gevaar voordoet van een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan, heeft verweerder zich terecht niet bevoegd geacht om handhavend op te treden. De bestreden besluiten hebben de rechterlijke toets doorstaan. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
Waar komt die zelfoogsttuin?