Zwolle – In de oevers van kolken langs de IJsseldijk bij Wijhe en Zwolle heeft Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) vier beverholen ontdekt. Eén van de bevergangen bij Wijhe was 10,5 meter lang en eindigde in de teen van de dijk. De andere gangen lagen nog op veilige afstand. De holen en gangen zijn uitgegraven en inmiddels hersteld.
Samen met de provincie Overijssel bekeek het waterschap welke acties nodig waren om de graafschade te herstellen en de bevers bij de dijk weg te houden. Dit gebeurt volgens een zogeheten beverprotocol. Na te hebben vastgesteld dat de bevers niet meer in de holen aanwezig waren, werden de holen en gangen open gegraven en dichtgemaakt met grond en klei. Ook is beplanting gedeeltelijk verwijderd.
In Wijhe trof het waterschap twee gangen aan. De grootste was 10,5 meter lang met een vertakking van drie meter. De andere gang kende een lengte van vijf meter. De gangen liepen tot 2,5 meter diepte onder de grond.
De locaties in Zwolle bevonden zich in het buurtschap Oldeneel. Daar groeven bevers ook twee gangen met lengtes van respectievelijk 3 en 4,5 meter op zo’n 1,5 meter diepte.
Het waterschap heeft de taak te zorgen voor sterke dijken. Door gegraaf van dieren, zoals muskusratten, honden, konijnen en bevers kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Bij schades wil het waterschap dan ook zo snel mogelijk actie ondernemen. Aangezien de bever een beschermde diersoort is, moet daarvoor toestemming worden gevraagd van de provincie Overijssel in de vorm van een ontheffing op de Natuurbeschermingswet.
De bever is terug in Nederland en vanuit het zuiden bezig met een opmars landinwaarts. De terugkeer van het dier wijst op herstel van de biodiversiteit. Voor de waterveiligheid kan het echter een keerzijde hebben. Om die reden worden schades snel hersteld en zoekt het waterschap naar ‘bevervriendelijke’ oplossingen. Door bijvoorbeeld oevers te verflauwen en voedselbronnen of beschutting te verwijderen, worden die locaties minder aantrekkelijk en blijven de bevers hopelijk bij de dijk weg.