Zwolle – Rond de kerstvakantie riep de afdeling Longgeneeskunde van het Isala de hulp in van coassistenten bij de monitoring van coronapatiënten die naar huis gaan met extra zuurstof.
Al vrij snel wist Kiki van der Lugt, voorzitter van de co-raad, een groep van twintig enthousiaste co’s te verzamelen. Jurgen te Rijdt, KNO-arts en affiliatiecoördinator: “De coschappen gaan wel gewoon door. Maar doordat er zorg is afgeschaald, is er minder te doen. Dat betekent dat onze coassistenten iets meer ruimte hebben.”
“Ze doen het dus naast hun coschappen en ook in de weekenden. Ik ben blij dat de co’s enthousiast reageerden op het verzoek. In het ziekenhuis houd je zo meer bedden vrij. En patiënten vinden het vaak prettiger om thuis te kunnen herstellen.”
“Wij zijn vooral blij dat wij eindelijk iets kunnen betekenen in de zorg voor coronapatiënten,” zegt Kiki. “Wij zijn met een groep van twintig co’s. De helft van ons doet de thuismonitoring. De andere tien lichten de patiënten voor over hoe het zal gaan thuis. Op deze manier werkt het het makkelijkst. En zo word je goed in je eigen taak. Bovendien wilden wij met zo weinig mogelijk mensen de cohortafdeling op.”
Kiki hoort bij de groep die de afdeling opgaat. “Ik leg patiënten uit wat ze thuis kunnen verwachten. Hoe de app werkt waarin ze hun waarden doorgeven. En ik leg bijvoorbeeld uit hoe de saturatiemeter werkt. De arts-assistent heeft eerder al gekeken wie geschikt is voor thuismonitoring en dit overlegd met de patiënt. Ik vind het bijzonder om de verhalen te horen van de coronapatiënten, die mogelijkheid had ik nog niet eerder gehad. Bovendien kan ik ruim de tijd voor ze nemen. Vaak zijn ze erg blij om weer naar huis te kunnen.”
De collega’s van Kiki die de thuismonitoring doen, bekijken twee keer per dag de gegevens die de patiënten in de app zetten. “Zoals de lichaamstemperatuur en de saturatie. Ook kunnen patiënten aangeven dat ze graag contact willen met een van ons. En voor nood, oftewel voor acuut advies, is er een speciaal telefoonnummer. Die wordt beantwoord door een verpleegkundig consulent. Als wij zien in de gegevens dat er een verslechtering is, nemen wij contact op de patiënt. Maar tot nu toe hebben wij nog nooit iemand opnieuw hoeven opnemen. Medisch inhoudelijk leer ik hier niet veel van omdat de behandeling vooral bestaat uit het geven van extra zuurstof. De co’s die de thuismonitoring doen zullen acute verslechtering beter gaan herkennen. Wat ik vooral fijn vind, is dat ik eindelijk iets kan bijdragen aan de coronazorg.”
Bron: Isala